Micropilot FMR30B HART
6.1.6
Overspanningsbeveiliging
Het instrument voldoet aan de IEC/DIN EN IEC 61326-1 productnorm (tabel 2 industriële
omgeving). Afhankelijk van het type aansluiting (DC-voeding, ingangskabel, uitgangskabel),
worden verschillende testniveaus gebruikt om transiënte overspanningen te voorkomen
(IEC/DIN EN 61000-4-5 Surge) conform IEC/DIN EN 61326-1: testniveau voor DC-voeding en
I/O-kabels: 1 000 V ader naar aarde.
Overspanningscategorie
Conform IEC/DIN EN 61010-1, is het instrument bedoeld voor toepassingen in netwerken met
overspanningsbeveiligingscategorie II.
6.1.7
Bedrading
WAARSCHUWING
L
Voedingsspanning kan zijn aangesloten!
Risico van elektrische schokken en/of explosie!
‣
Waarborg, wanneer het instrument wordt gebruikt in een explosiegevaarlijke omgeving,
dat de nationale normen en de specificaties in de veiligheidsinstructies (XA' s ) worden
aangehouden. De gespecificeerde kabelwartel moet worden gebruikt.
‣
De voedingsspanning moet overeenkomen met hetgeen dat is vermeld op de typeplaat.
‣
Schakel de voedingsspanning uit voor aansluiten van het instrument.
‣
Conform IEC/EN 61010 moet een afzonderlijke uitschakelaar voor het instrument worden
opgenomen.
‣
De kabels moeten voldoende zijn geaard, waarbij rekening moet worden gehouden met de
voedingsspanning en de overspanningscategorie.
‣
De aansluitkabels moeten voldoende temperatuurstabiliteit hebben, waarbij rekening moet
worden gehouden met de omgevingstemperatuur.
‣
Gebruik het meetinstrument alleen met gesloten deksels.
Sluit het instrument aan in de volgende volgorde:
1.
Schroef het deksel af (klikt bij het opengaan).
2.
Installeer de kabels in de kabelwartels of kabeldoorvoeren.
3.
Sluit de kabel aan.
4.
Zet de kabelwartels of kabeldoorvoeren goed vast, zodat deze waterdicht zijn.
5.
Schroef het deksel weer terug op het aansluitcompartiment (klikt bij het sluiten).
Endress+Hauser
Elektrische aansluiting
19