3. Plaats het rooster met de etenswaren in de middelste of bovenste sleuven in de oven.
4. Laat de ovendeur op een kier openstaan om de lucht te kunnen laten circuleren.
5. Stel de gewenste temperatuur in met de temperatuurinstelling (17).
6. Draai de functie-instelling naar de stand
7. Stel de gewenste grilltijd in met de tijdinstelling (17). De bereidingstijd is afhankelijk van de soort
etenswaren en de hoeveelheid ervan.Het aan/uit-indicatielampje (18) gaat aan.
8. Grill de etenswaren totdat deze gaar zijn. Aan het einde van de grilltijd is een geluidsignaal hoorbaar
en schakelt de oven automatisch uit. Het aan/uit-indicatielampje gaat uit.
9. Doe ovenhandschoenen aan.
10. Open de ovendeur. Voorzichtig! De deur is heet.
11. Neem het rooster met de etenswaren met de uitneemgreep uit de oven.
12. Neem de etenswaren van het rooster en plaats ze op een bord. Voorzichtig! De etenswaren zijn heet.
13. Neem de bakplaat met de uitneemgreep uit de oven. Voorzichtig! Eventuele sappen en vetten op de
bakplaat zijn heet!
14. Sluit de ovendeur.
15. Draai als u klaar bent met grillen de functie-instelling naar de stand
LET OP:
•
Als de etenswaren gaar zijn maar de grilltijd nog niet verstreken is, kunt u de oven uitschakelen door
de functie-instelling naar de stand
verwarmt niet meer.
WERKING - Draaispit gebruiken
Met het draaispit (18) kunt u vlees en gevogelte mooi egaal bruin roosteren.
1. Open de ovendeur.
2. Plaats de bakplaat in de onderste sleuven in de oven. De bakplaat vangt eventuele sappen en vetten
tijdens het roosteren op en voorkomt dat deze op het onderste verwarmingselement komen.
3. Verwijder de klem (19) aan het afgeronde uiteinde van het draaispit.
4. Spies het te roosteren vlees of gevogelte aan het afgeronde uiteinde op het draaispit. Zorg ervoor dat
het draaispit door het midden van het vlees of gevogelte steekt.
5. Zet het te grillen vlees of gevogelte met de klemmen op het draaispit vast.
6. Plaats het draaispit met het vlees of gevogelte in de oven. Steek het afgeronde uiteinde van het
draaispit in de aandrijfhuls (15). Plaats het rechte uiteinde van het draaispit op de steun.
7. Laat de ovendeur op een kier openstaan om de lucht te kunnen laten circuleren.
8. Stel de gewenste temperatuur in met de temperatuurinstelling.
9. Draai de functie-instelling naar de stand
bovenwarmte te gebruiken, omdat het onderwarmte element afgedekt wordt door de bakplaat die het
druipvet opvangt en dus geen effect heeft.
10. Stel de gewenste grilltijd in met de tijdinstelling. De bereidingstijdis afhankelijk van het soort etenswaar
en de hoeveelheid ervan. Het aan/uit-indicatielampje gaat aan.
11. Grill het vlees of gevogelte totdat dit gaar is. Aan het einde van de roostertijd is een geluidsignaal
hoorbaar en schakelt de oven automatisch uit. Het aan/uit-indicatielampje gaat uit.
12. Doe ovenhandschoenen aan.
13. Open de ovendeur. Voorzichtig! De deur is heet.
14. Neem het draaispit met het vlees of gevogelte met de uitneemgreep uit de oven en plaats deze op een bord.
15. Sluit de ovendeur.
16. Verwijder de klem aan het afgeronde uiteinde van het draaispit en neem het draaispit uit het vlees of
gevogelte. Voorzichtig! De draaispit en het vlees of gevogelte zijn heet.
17. Neem de bakplaat met de uitneemgreep uit de oven. Voorzichtig! Eventuele sappen en vetten op de
bakplaat zijn heet!
18. Draai als u klaar bent met roosteren de functie-instelling naar de stand
LET OP:
•
Zorg ervoor dat het vlees of gevogelte tijdens het draaien niet tegen het bovenste
verwarmingselement komt.
•
Als het vlees of gevogelte gaar is maar de grilltijd nog niet verstreken is, kunt u de oven uitschakelen
door de functie-instelling naar de stand
verwarmt niet meer.
(11).
te draaien. De timer loopt dan nog wel door, maar de oven
. Bij gebruik van het draaispit adviseren wij om alleen
te draaien. De timer loopt dan nog wel door, maar de oven
20
en neem de stekker uit het stopcontact.
en neem de stekker uit het stopcontact
NL