Anleitung_TE_AC_400_100_10_SPK2__ 18.10.12 09:01 Seite 27
2. Beschrijving van het apparaat
1. Aanzuigluchtfilter
2. Drukvat
3. Wiel
4. Stuurrol
5. Snelkoppeling (geregelde perslucht)
6. Manometer (ingestelde druk kan worden
afgelezen)
7. Drukregelaar
8. AAN/UIT-schakelaar
9. Transportgreep
10. Veiligheidsklep
11. Aflaatplug voor condenswater
12. Manometer (keteldruk kan worden afgelezen)
13. Snelkoppeling (ongeregelde perslucht)
14. Olieafsluitstop (olievulgat)
15. Olieaflaatplug
16. Kijkglas
3. Toepassingsgebied
De compressor dient voor de persluchtopwekking
voor pneumatisch gereedschap.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen
overeenkomstig hun bestemming niet geconstrueerd
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel
gebruik. Wij geven geen garantie indien het
gereedschap in ambachtelijke of industriële bedrijven
alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt gebruikt.
De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk ander
verder gaand gebruik is niet reglementair. Voor
daaruit voortvloeiende schade of verwondingen van
welke aard dan ook is de gebruiker/bediener, niet de
fabrikant, aansprakelijk.
4. Technische gegevens
Netaansluiting:
Motorvermogen:
Compressor-toerental 1/min:
Bedrijfsdruk bar:
Drukvatcapaciteit (in liter):
Theor. aanzuigvermogen l/min:
Geluidsvermogen L
in dB:
WA
Onzekerheid K
pA
Geluidsdrukniveau L
in dB:
pA
Onzekerheid K
Bescherming type.:
Gewicht van het toestel in kg:
De geluidsemissiewaarden zijn bepaald conform EN
ISO 2151
5. Aanwijzingen omtrent de installatie
Controleer het toestel op transportschade.
n
Eventuële schade onmiddellijk aangeven aan de
vervoeronderneming waarmee de compressor
werd geleverd.
De compressor dient nabij de verbruikers te
n
worden geïnstalleerd.
Vermijd lange luchtkabels en toevoerleidingen
n
(verlengingen).
Let op droge en stofvrije aanzuiglucht.
n
De compressor niet in een vochtige of natte
n
ruimte installeren.
De compressor mag slechts in gepaste ruimten
n
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur
+5°C - +40°C) worden gebruikt. In de ruimte
mogen geen stof, zuren, dampen, explosieve of
ontvlambare gassen zijn.
De compressor is geschikt voor gebruik in droge
n
ruimten. Hij mag niet worden gebruikt in zones
waarin met spatwater wordt gewerkt.
Vóór inbedrijfstelling dient het oliepeil in de
n
compressorpomp te worden gecontroleerd.
Gebruik het toestel alleen op een vaste en effen
n
ondergrond.
6. Montage en ingebruikneming
Let op!
Voor ingebruikneming het apparaat zeker
volledig monteren!
6.1 Montage van de wielen (3/4)
400 V 3~ 50 Hz
De bijgaande wielen dienen te worden
2200 W
gemonteerdzoal getoond in fig. 6-7.
2850
max. 10
100
400
91,8
2 dB
71,8
WA
NL
2 dB
IP44
70
27