gebruiker of in de buurt aanwezige personen aan de
stofbelasting worden blootgesteld.
Deze stofdeeltjes mogen niet in het lichaam
terechtkomen.
Om de belasting met deze stoffen te verminderen:
Zorg voor een goede ventilatie van de werkplek en
draag een geschikte veiligheidsbescherming, zoals
bijv. ademmaskers die in staat zijn om de
microscopische kleine stofdeeltjes uit de lucht te
filteren.
Neem de voor uw materiaal, personeel,
toepassingsgeval en locatie geldende richtlijnen in
acht (bijv. arbeidsveiligheidsbepalingen,
afvalbehandeling).
Verzamel de ontstane stofdeeltjes op de plaats
waar deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in
de omgeving.
Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikte
accessoires (zie hoofdstuk 11.). Daardoor komen
minder stofdeeltjes ongecontroleerd in de
omgeving terecht.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
- De vrijkomende stofdeeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de gebruiker
zelf of in de buurt aanwezige personen of op
neergeslagen stof te richten,
- een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
plaatsen,
- de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
- Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
5. Overzicht
Zie pagina 2.
1 Schuurvoorzetstuk
2 Draaiknop voor de bevestiging van het
schuurvoorzetstuk en voor het afstellen van de
bandloop
3 Afdekking
4 Pijlen (draairichting van de aandrijfas)
5 Schroef voor de bevestiging van de afdekking
6 Schuurband
7 Spanarm voor de schuurbandwissel
8 Schuurkop
9 Spanhefboom voor de instelling van de
schuurkop
10 Extra handgreep
11 Schakelschuif
12 Stelknop voor het instellen van de bandsnelheid
6. Inbedrijfstelling
Controleer voordat de machine in gebruik
wordt genomen of de op het typeplaatje
aangegeven spanning overeenkomt met de
netspanning.
Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD)
met een max. schakelstroomsterkte van
30 mA voor de machine.
Extra handgreep aanbrengen
Alleen werken wanneer de extra greep (10) is
aangebracht! De extra greep stevig
inschroeven aan de linker- of rechterkant van de
machine. De extra handgreep aanbrengen op de
zijde aan de andere kant van de schuurband (6).
Schuurkop (8) in werkpositie draaien
Opmerking: voor het draaien van de spanhefboom
(9) moet eventueel de positie van de hendel worden
veranderd. De positie kan worden gewijzigd zonder
de klemming te veranderen. Hiervoor de hendel
naar boven trekken, in een andere positie draaien
en weer laten zakken.
- Spanhefboom (9) losmaken.
- De schuurkop (8) al naar gelang en
bewerkingsvoorwaarden verdraaien. De
schuurkop moet zich in het aangegeven,
toelaatbare werkbereik bevinden (zie
afbeelding A, pagina 2).
- De spanhefboom (9) stevig aantrekken.
- De spanhefboom (9) is geveerd. Hij kan, als hij
een beetje naar buiten wordt getrokken, op de
eronder bevindende zeskant worden omgezet.
Controleer, alvorens met het werk te
beginnen, altijd of de spanhefboom (9)
voldoende stevig aangedraaid is, zodat de
schuurkop (8) niet kan verdraaien. De gebruiker kan
anders door de schuurband (6) geraakt worden.
Verlies van controle kan tot letsel leiden.
7. Gebruik
7.1
In-/uitschakelen, continu-inschakeling
De machine altijd met beide handen geleiden!
De machine eerst inschakelen en dan pas op
het werkstuk zetten.
Het opzuigen van extra stof en spanen door de
machine dient te worden voorkomen. Bij het
in- en uitschakelen moet erop worden gelet dat zich
geen neergeslagen stof in de buurt van de machine
bevindt.
De machine na het uitschakelen pas
wegzetten wanneer de motor tot stilstand is
gekomen.
Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine
altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een
stroomonderbreking heeft voorgedaan.
Bij de continu-inschakeling loopt de machine
verder wanneer hij uit de hand wordt
getrokken. Daarom de machine altijd bij de hiervoor
bestemde handgrepen vasthouden, ervoor zorgen
dat u stevig staat en geconcentreerd werken.
0
Inschakelen/Continu-inschakeling: schakelschuif
(11) naar voren schuiven. Voor de continu-
inschakeling deze vervolgens naar beneden
klappen tot hij inklikt.
NEDERLANDS nl
11
I
17