Download Print deze pagina

Bosch GDR Professional 9,6 V Oorspronkelijke Gebruiksaanwijzing pagina 69

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 63
Als u het elektrische gereedschap wilt uitschake-
len laat u de aan-/uitschakelaar 9 los.
Toerental instellen
U kunt het toerental van het ingeschakelde elek-
trische gereedschap traploos regelen naarmate u
de aan/uit-schakelaar 9 indrukt.
Lichte druk op de aan/uit-schakelaar 9 heeft een
lager toerental tot gevolg. Met toenemende druk
wordt het toerental hoger.
Draaibaar verlichtingssysteem
(zie afbeelding C)
In het kartelwiel 7 is een lichtbron geïntegreerd.
De lamp wordt geactiveerd zodra het kartelwiel 7
in stand 1 – 3 staat en de aan/uit-schakelaar 9
wordt ingedrukt.
U kunt de richting van de lichtstraal door het
draaien van het kartelwiel 7 in drie standen aan
het ingezette gereedschap aanpassen. In stand 1
ligt de focus van de lichtstraal ongeveer 20 mm,
in stand 2 ongeveer 150 mm en in stand 3 onge-
veer 500 mm voor de gereedschapopname 1.
In de stand „OFF" is de lamp continu uitgescha-
keld.
Tips voor de werkzaamheden
Plaats het elektrische gereedschap alleen
uitgeschakeld op de moer of schroef.
Draaiende inzetgereedschappen kunnen uit-
glijden.
Het draaimoment is afhankelijk van de slagduur.
Het maximaal bereikte draaimoment resulteert
uit de som van alle door slagen veroorzaakte af-
zonderlijke draaimomenten. Het maximale draai-
moment wordt na een slagduur van 6–10 secon-
den bereikt. Na deze tijd wordt het
aandraaimoment nog slechts minimaal verhoogd.
De slagduur moet voor elk benodigd aandraaimo-
ment worden bepaald. Het feitelijk bereikte aan-
draaimoment moet altijd met een draaimoment-
sleutel worden gecontroleerd.
Bosch Power Tools
Schroefverbindingen met harde, verende of
zachte bevestiging
Als bij wijze van proef de in een reeks van slagen
bereikte draaimomenten worden gemeten en
naar een diagram worden overgebracht, wordt
de curve van een draaimomentverloop verkregen.
De hoogte van de curve duidt het maximaal te be-
reiken draaimoment aan. De steilheid geeft aan
in welke tijd dit wordt bereikt.
Het draaimomentverloop hangt van de volgende
factoren af:
– Sterkte van de schroeven en moeren
– Soort ondergrond (ring, schotelveer, dich-
ting)
– Sterkte van het te schroeven materiaal
– Smeeromstandigheden van de schroefverbin-
ding
Daaruit resulteren de volgende toepassingsgeval-
len:
– Harde bevestiging is gegeven bij schroefver-
bindingen van metaal op metaal bij gebruik
van onderlegringen. Na een relatief korte slag-
tijd is het maximale draaimoment bereikt
(steil verloop van de karakteristiek). Een on-
nodig lange slagtijd schaadt de machine
slechts.
– Verende bevestiging is gegeven bij schroef-
verbindingen van metaal op metaal, echter bij
gebruik van veerringen, schotelveren, steun-
bouten, bouten of moeren met conische be-
vestiging en bij gebruik van verlengingen.
– Zachte bevestiging is gegeven bij schroefver-
bindingen van bijvoorbeeld metaal op hout of
bij gebruik van lood- of fiberringen als onder-
grond.
Bij verende of zachte bevestiging is het maximale
aandraaimoment geringer dan bij harde bevesti-
ging. Bovendien is een duidelijk langere slagtijd
nodig.
Nederlands | 69
1 609 929 M67 | (12.11.07)

Advertenties

loading