NL
3 / VOORBEREIDEN VAN DE WAS EN MACHINE
• LADEN VAN UW WAS (vervolg)
•Invoeren van de was
Voor een optimaal resultaat plaatst u de geselecteerde en losse was in de trommel, zonder te prop-
pen en gelijkmatig verdeeld. Meng grote en kleine artikelen voor optimaal centrifugeren, zonder dat
zware blokken ontstaan.
Belangrijk :
Let er op dat er geen kleding tussen de deurtjes klem zit als u de trommel sluit.
• LADEN VAN WASMIDDELEN
•Doseren van het wasmiddel
De hoeveelheid te gebruiken wasmiddel
hangt af van de hardheid van het water, de
vervuiling van de was en de hoeveelheid was
die u wilt wassen. Raadpleeg altijd de dose-
ringsregels die u op de verpakking van uw
wasmiddel vindt.
Let op: in het algemeen komen de voorschrif-
ten van de wasmiddelfabrikant overeen met
een maximale lading van de trommel. Pas de
dosering aan het gewicht van de was aan die
u in de machine heeft gedaan.
Deze voorschriften voorkomen dat u onnodig
veel wasmiddel gebruikt en te veel schuim
creëert. Overdadig schuim kan de prestatie
van uw machine negatief beïnvloeden en de
wasduur en het waterverbruik verhogen.
•Wasmiddelen voor wol en fijne was
Voor het wassen van deze weefsels wordt
aangeraden om een geschikt wasmiddel te
gebruiken (doe het wasmiddel niet direct in
de trommel, want sommige producten zijn
agressief voor metaal).
•Voor droogmachines:
Bij het gebruik van wasverzachters moet u de
aanbevelingen van de fabrikant respecteren.
Belangrijk :
— Het vakje 'WASSEN' kan poeder of vloeibaar wasmiddel bevatten, maar gebruik geen vloeibaar
wasmiddel voor een programma MET voorwas of MET 'uitgestelde start' (afhankelijk van het
model).
— Voor een correct vullen van het productvakje opent u het deksel maximaal.
— Vul niet hoger dan het niveau MAX.
(Fig. 16)
1
Fig. 16
1
Voorwassen (poeder)
2
Wassen
(poeder of vloeibaar wasmiddel)
3
Bleekwater
cl
4
Wasverzachter
Poederwasmiddel
Vloeibaar wasmiddel
48
cl
2
3
4