Pan: Afkorting voor panoramisch of pannen. Pannen is het verspreiden van een monoauraal signaal in
een stereo of multi-kanaal geluidsveld. Een typische panregeling is een constant vermogen. Op het ene
uiterste verschijnt het geluid in slechts één kanaal. In het midden wordt het geluid in dat kanaal
verlaagd met 3 dB, en het andere kanaal wordt op hetzelfde niveau gebracht, zodat het algemene
geluidsniveau altijd constant is.
PCM: Afkorting voor Puls Code Modulatie, een digitale vertegenwoordiging van een analoog signaal
waar de magnitude van het signaal regelmatig op gelijke intervallen wordt gesampeld en vervolgens
gekwantificeerd wordt in een serie symbolen in een digitale (gewoonlijk binaire) code.
PFL: Afkorting voor Pre Fader Listening (Vóór-Fader Luisteren) (synoniem: cue). Dit is een functie in
een audiomengpanaal waarmee de gebruiker naar de muziek kan luisteren (meestal via een
hoofdtelefoon) voordat het publiek de muziek te horen krijgt.
Phono: Afkorting voor phonograaf (fonograaf). Ook wel draaitafel, platenspeler of pick-up genoemd.
Een apparaat om muziek af te spelen van vinyl langspeelplaten.
Potentiometer: Een elektrisch apparaat met een weerstand die de gebruiker kan regelen. Dit is
gewoonlijk een weerstand met drie aansluitpunten en een sleepcontact in het midden. De weerstand
verandert aan de hand van het bewegen van het sleepcontact. Deze variaties worden gebruikt om de
kenmerken van het audiosignaal te veranderen.
RCA (cinch, tulp): Een elektrisch aansluitpunt, gewoonlijk gebruikt in de audio/video markt. De naam
"RCA" is afgeleid van de Radio Corporatie van Amerika, die het ontwerp in het begin van de 1940's
introduceerde voor aansluiting van platenspelers op versterkers. Deze aansluitpunten worden nu
gebruikt voor verbindingen tussen versterkers, CD spelers, phono-draaitafels, enz. Er zijn voor analoge
audio 2 van deze aansluitpunten nodig voor een stereo signaal. Voor digitale audio (S/P DIF) is slechts
één aansluitpunt nodig voor een stereo signaal. De aansluitpunten zijn op kleur gecodeerd: Links of
mono -> Wit, Rechts -> Rood, S/P DIF -> Oranje.
Rec (recording): Geluidsopname is de elektrische inscriptie van geluidsgolven, gewoonlijk gebruikt voor
stem of muziek. De twee hoofdklassen van de technologie voor geluidsopname zijn analoge en digitale
.
opname
RIAA: RIAA nivellering is een specificatie voor het correct afspelen van vinyl platen, opgesteld door de
Recording Industrie Associatie van Amerika (RIAA). Dankzij deze nivellering zijn de afspeeltijden
langer, de geluidskwaliteit hoger en worden de fysieke uitersten beperkt die anders het gevolg zouden
zijn van het maken van analoge opnames zonder deze nivellering. Een opname wordt gemaakt met de
lage frequenties verlaagd en de hoge frequenties verhoogd, terwijl tijdens het afspelen het
tegenovergestelde gebeurt. Het resultaat is een vlakke frequentieresponsie.
Sample: In muziek is sampling het nemen van een gedeelte, of sample, van één geluidsopname en het
vervolgens opnieuw gebruiken als een instrument of element van een nieuwe opname. Dit gebeurt
typisch met een sampler, wat een stuk hardware kan zijn of een computerprogramma.
In signaalverwerking is sampling de reductie van een onafgebroken signaal naar een discreet signaal.
Sampling neemt samples van een onafgebroken signaal op een bepaalde frequentie. Wanneer het
nodig is audio te nemen dat het gehele 20-20kHz bereik beslaat, zoals tijdens muziekopnames, worden
audiogolfvormen typisch gesampeld op 44.1 kHz (CD) of 48 kHz (professionele audio).
SOM signaal: Dit signaal is een proportionele som (mix) van alle ingangssignalen. Ook wel
hoofdmixsignaal genoemd.
S/P DIF: Afkorting voor Sony / Philips digitaal interconnectieformaat. Het specificeert een protocol voor
het dragen van digitale audiosignalen tussen apparaten.
36