Om de functie van deze beweging op een precisie-touchpad te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen,
Apparaten en vervolgens Touchpad. Onder Bewegingen met drie vingers in het vak Swipes selecteert u een
bewegingsinstelling.
Vegen met vier vingers (precisie-touchpad)
Door met vier vingers te vegen, kunt u standaard schakelen tussen open bureaubladen.
Veeg vier vingers van u af om alle geopende vensters te zien.
●
Veeg vier vingers naar u toe om het bureaublad weer te geven.
●
Veeg vier vingers naar links of rechts om te schakelen tussen bueaubladen.
●
Om de functie van deze beweging te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen, Apparaten en vervolgens
Touchpad. Onder Bewegingen met vier vingers in het vak Swipes selecteert u een bewegingsinstelling.
Schuiven met één vinger (aanraakscherm)
Schuif met één vinger om te pannen of te schuiven door lijsten en pagina's, of om een object te verplaatsen.
Als u over het scherm wilt schuiven, schuift u één vinger langzaam over het scherm in de richting waarin
●
u wilt bewegen.
Als u een object wilt verplaatsen, drukt u met uw vinger op een object en sleept u vervolgens om het
●
object te verplaatsen.
Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken
27