Inhoudsopgave
Advertenties
LAX 50 G
nl
5 m
5 m
S =
5 m
9
7.2 Horizontale controle
B Horizontale controle – helling van de laserlijn
Controle van de laserlijn op helling en op exact rechte
projectie.
1. Markeer op de grond drie punten 1-3 op een afstand
van 5 m van elkaar en precies op één lijn.
2. Positioneer de laser op een afstand S = 5 m van deze
lijn precies voor de middelste markering = positie X.
3. Schakel het apparaat in.
4. Meet de hoogte van de laserlijn op de markeringen.
Metingen X1-X3
5. Verplaats het apparaat.
6. Positioneer de laser op een afstand S = 5 m van de lijn
precies voor de middelste markering = positie Y.
7. Meet de hoogte van de laserlijn op de markeringen.
Metingen Y1-Y3
∆1 = X1 - Y1
∆2 = X2 - Y2
∆3 = X3 - Y3
Voor de verschillen geldt:
Δ tot. 1 = Δ 1 - Δ 2 < ± 5 mm
Δ tot. 2 = Δ 3 - Δ 2 < ± 5 mm
Let bij de berekening op de voortekens!
Advertenties
Inhoudsopgave
