Inhoudsopgave
Advertenties
LAX 50 G
A
A
nl
A
B
B
8
7.2 Horizontale controle
A Controle van het niveau van de horizontale laserlijn
Voor de horizontale controle zijn er twee parallelle wanden
nodig met een onderlinge afstand S van ten minste 5 m.
1. Zet de LAX 50 G zo dicht mogelijk voor wand A op een
horizontaal vlak.
2. De LAX 50 G wordt met het lichtvenster naar wand A
gericht.
3. Schakel het laserapparaat in.
4. Na het automatisch nivelleren wordt het zichtbare
laserkruis op wand A gemarkeerd. Markering 1.
5. Draai de LAX 50 G 180° en richt het apparaat met het
lichtvenster naar wand B.
B
6. Na het automatisch nivelleren wordt het zichtbare
laserkruis op wand B gemarkeerd. Markering 2.
7. Verplaats het laserapparaat en zet het nu direct voor
wand B. De LAX 50 G wordt met het lichtvenster naar
wand B gericht.
8. Het apparaat wordt zo gepositioneerd, dat het
laserkruis zich precies op markering 2 bevindt.
9. Draai de LAX 50 G 180° en richt het apparaat met het
lichtvenster naar wand A. De hoogte-instelling mag
niet worden veranderd.
10. Het laserkruis wordt door verdraaien zo gepositioneerd,
dat het zich precies op de markeringslijn van marke-
ring 1 bevindt.
11. Na het automatisch nivelleren wordt het zichtbare
laserkruis op wand A gemarkeerd. Markering 3.
12. De verticale afstand tussen de markeringen 1 en 3
wordt gemeten.
Afstand S tot de wand Maximaal toegestane afstand:
5 m
10 m
15 m
5,0 mm
10,0 mm
15,0 mm
Advertenties
Inhoudsopgave
