13. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
13.1 Het apparaat inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Open de waterkraan.
3. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit - Marche/Arrêt om het apparaat in
te schakelen.
Er klinkt een korte tune.
13.2 Wasgoed in de machine doen
1. Open de deur van het apparaat.
2. Maak zakken leeg en doe de
kledingstukken niet-opgevouwen in de
machine.
3. Doe het wasgoed een voor een in de
trommel.
Doe niet te veel wasgoed in de trommel.
4. Sluit de deur stevig.
LET OP!
Zorg dat er geen wasgoed tussen de
deur klemt om het risico op waterlekkage
en schade aan het wasgoed te
voorkomen.
Het wassen van hele vette of olieachtige
vlekken kan schade aan de rubberen
delen van de wasmachine veroorzaken.
36
NEDERLANDS
13.3 Een programma kiezen
Als je de automatische dosering van het
wasmiddel of de wasverzachter wilt
wijzigen, ga je naar de AutoDose-
configuratiemodus voordat je verder gaat
met het instellen van een programma. De
configuratiemodus kan mogelijk tijdelijke
instellingen annuleren. Raadpleeg de
paragraaf "AutoDose-configuratiemodus"
in het hoofdstuk "De AutoDose
Technologie (Automatisch doseren)".
1. Draai de programmaknop op het
gewenste wasprogramma.
Het controlelampje van de knop Start/Pauze -
Départ/Pause
knippert.
Op het display verschijnt de geschatte
programmaduur.
2. Om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, raak je de
bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer opties in
door de desbetreffende knoppen aan te
raken. De bijhorende aanduidingen gaan
vervolgens branden in het display en de
aangegeven informatie wijzigt.
Indien een keuze niet mogelijk is, klinkt
er een geluidssignaal en toont het display
.
13.4 Een programma starten
Controleer of het
afwasmiddeldoseerbakje goed gesloten
is. Anders begint het programma niet.
1. Raak de toets Start/Pauze - Départ/
Pause
aan om het programma te
starten. Het is niet mogelijk om het
programma te starten wanneer het
indicatielampje van de knop
uitgeschakeld is en niet knippert (bijv.
programmawijzer op een foute positie).