6
ULTRAGRAPH DIGITAL DEQ1024 Gebruiksaanwijzing
Het werkelijk optredende frequentieverloop komt nu precies overeen met de
instellingen die u met de grafische Equalizer heeft uitgevoerd.
(7) De BYPASS-toets zorgt ervoor dat u direct kunt vergelijken tussen het
bewerkte en het onbewerkte materiaal. Als de BYPASS-functie actief is
(rode toets-LED licht op) wordt de ingang van het apparaat direct op de
uitgang geschakeld, zodat u alleen het onbewerkte signaal hoort.
(8) Het DYNAMICS-gedeelte van de DEQ1024 bevat een GATE en een LIMITER.
Met de GATE- en LIMITER-regelingen bepaalt u de signaalniveau-drempel
(Threshold). Bij het over-schrijden (LIMITER) of onderschrijden (GATE)
van deze waarde gaat de overeenkomstige dynamische processor het
signaal bewerken.
GATE
Als het ingangssignaal de ingestelde niveaudrempel (Threshold) onderschrijdt,
dan wordt dit volledig weg-gehaald. Basisruis, overspraak of stoorgeluiden
kunnen op deze wijze uit het signaal worden verwijderd. De gele GATE-LED in
het METER-gedeelte (zie (13)) licht op, zodra de GATE sluit. Het waardebereik
van de Threshold ligt tussen -60 en -10 dB. Als de regelknop helemaal naar links
gedraaid is, is de GATE gedeactiveerd (OFF)
LIMITER
De LIMITER beschermt uw apparatuur voor niveaupieken, deze zouden anders
bijvoorbeeld uw luidsprekers kunnen beschadigen. Uitgangssignaal-niveaus die
de geselecteerde Threshold-waarde overschrijden worden begrensd, met als
gevolg dat de rode LIMITER-LED in het METER-gedeelte (zie (13)) oplicht. Door de
reductie van de dynamiek wordt bovendien een krachtigere klank bereikt.
Het waardebereik van de Threshold ligt tussen -6 en +9 dB. Als de regelknop
helemaal naar rechts gedraaid is, is de LIMITER ge-deactiveerd (OFF).
◊
Denkt u er om dat het uitgangsniveau harder wordt, als u frequenties
corrigeert door veel verschillende banden hoger te zetten. De Limiter
wordt dan eerder actief. Dit kunt u tegengaan, door ook met
niveauverlagingen te corrigeren. Om creatieve klankeffecten te
maken, kan de Peak Limiter echter ook bewust in de begrenzing
worden "gehaald".
(9) De DEQ1024 heeft in het FILTER-gedeelte een LOW CUT- en een HIGH CUT-
filter, waarmee het volledige frequentie-spectrum naar boven en onder
kan worden begrensd. Met de HIGH CUT-regeling legt u de grensfrequentie
vast, vanaf welke het hoogfrequente bereik lager dient te worden gezet
(2,5 -16 kHz). Staat deze knop helemaal naar rechts, dan staat het filter uit
(OFF). De LOW CUT-regeling bepaalt de grensfrequentie, waar vanaf het
laagfrequente bereik wordt verlaagd (20 - 160 Hz). Staat deze knop helemaal
naar links, dan is het filter niet actief (OFF).
(10) Met de GAIN-regelaar in het MASTER-gedeelte bepaalt u het
uitgangsvolume van de ULTRAGRAPH DIGITAL in het gebied tussen -9 en
+9 dB. Als extraatje vindt u hier een Stereo Imager-functie, waarmee de
stereobreedte en zodoende de duidelijkheid van de scheiding tussen het
linker en rechter stereosignaal wordt ingesteld. Draait u de knop van de
STEREO IMAGE-regeling helemaal naar rechts, dan krijgt u een maximale
verbreding van het stereosignaal (WIDE), draait u hem helemaal naar links,
dan wordt het stereosignaal een monosignaal (MONO). Staat de knop in het
midden, dan krijgt u het onbewerkte stereosignaal (STEREO).
(11) Door lang op de CONFIG-toets te drukken, selecteert u de algemene
bedrijfsmodus van het apparaat: ANALOG (groene LED), DIGITAL (gele LED),
PRE EQ (gele LED) of POST EQ (gele LED). In de PRE EQ en POST EQ-mode
kunnen de digitale aansluitingen aan de achterkant als digitale insertpunten
worden gebruikt, bijvoorbeeld voor een extra dynamiekprocessor. In de PRE
EQ-modus bevindt het Insert-punt zich voor de EQ, in de POST EQ-modus
echter erachter (zie afb. 2.5 en 2.6).
Afb. 2.4: In-/uitgangsschakeling al naar gelang de bedrijfsmodus
CONFIG
1
2
Analog
B
A
Digital
C
A
Pre EQ
C
B
Post EQ
B
A
Tab. 2.1: In-/uitgangsschakeling al naar gelang de bedrijfsmodus
Afb. 2.5: Signaalstroom in de PRE EQ-modus
Afb. 2.6: Signaalstroom in de POST EQ-modus
(12) Door langere tijd op de CLOCK-toets te drukken selecteert u de Sample-
frequentie waar het apparaat mee werkt (44,1 kHz, 48 kHz of 96 kHz >
groene LED's). Als het apparaat met de Sample-Rate van een extern apparaat
gesynchro-niseerd wordt (bijv. door een digitaal mengpaneel), moet u de
instelling DIG IN aan hebben staan (gele LED is aan).
◊
Als u de instelling DIG IN selecteert terwijl er geen signaal bij de
digitale ingang binnenkomt, dan kan de DEQ1024 zich niet met een
Sample-frequentie synchroniseren (gele DIG IN LED knippert). In dit
geval schakelt het apparaat over naar de frequentie die eerder op de
digitale ingang aangesloten is geweest. Wanneer u nu in de niet-
gesynchroni-seerde toestand weer een signaal aansluit, dan gaat het
apparaat terug naar de normale modus en synchroniseert het zichzelf
met de binnenkomende Sample-frequentie (gele DIG IN LED licht
continu op).
Om de woordbreedte van het digitale uitgangs-signaal om te schakelen
(16- of 24-bits) drukt u tegelijk op de CONFIG- en de CLOCK-toetsen.
De 24-bits instelling wordt door middel van de -24 dB LED's van de
METER-balk (zie (13)) weergegeven. Bij de 16-bits-instelling is er geen
enkele METER LED aan. Zodoende kan het apparaat aan de 16-bits-
ingangen van DAT-/CD-recorders of soundkaarten worden aangepast.
Het analoge uitgangssignaal wordt onafhankelijk van deze instelling
altijd met 24-bits omgezet.
Pink Noise ON
1
2
3
3
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
B
A
B
A
A
B