Inhoudsopgave
Advertenties
Bijlage
8.9 Maximale stelgrootte bepalen
8.9.1 Toepassing
Zijn alle thermomotoren in een installatie slechts iets geopend, bijv. een voor 5%, een voor
12%, een andere voor 7% etc., dan zou de verwarmingsketel zijn vermogen kunnen verlagen,
omdat slechts weinig verwarmingsenergie wordt gebruikt.
Om dat te garanderen, moet de verwarmingsketel over de werkelijke energiebehoefte van de
installatie worden geïnformeerd. Dit wordt gerealiseerd met de functie "Grootste stelgrootte
bepalen".
8.9.2 Principe
De verwarmingsactoren (HU1, HMT 6 S / HMT 12 S apparaten) worden continu met elkaar
vergeleken. Wie een grotere stelgrootte heeft dan de andere verwarmingsactoren, mag deze
zenden; wie een kleinere heeft, zendt niet.
Om het verloop te versnellen, zendt een verwarmingsactor sneller naarmate het verschil tussen
de eigen en de ontvangen stelgrootte groter is.
Daardoor zendt de actor met de hoogste stelgrootte als eerste en heeft een hogere prioriteit
dan alle andere.
8.9.3 Praktijk
De vergelijking van de stelgroottes vindt plaats via het object Grootste stelgrootte.
Daarvoor worden alle verwarmingsactoren via dit object met een gemeenschappelijk
groepsadres verbonden.
Om de vergelijking van de stelgroottes tussen de deelnemers te starten, moet een van de
deelnemers een waarde cyclisch naar dit groepsadres zenden.
Dit kan naar keuze de ketel, of ook een van de verwarmingsactoren, doen.
Is het de ketel, dan moet deze de kleinstmogelijke waarde, d.w.z. 0%, zenden.
Is het een van de verwarmingsactoren, dan moet op de parameterpagina Algemeen de
parameter Grootste stelgrootte op cyclisch zenden worden ingesteld.
Deze actor zendt dan regelmatig zijn eigen grootste stelgrootte en de andere kunnen daarop
reageren.
Ongeacht welke deelnemer als activeerder fungeert, moet voor alle andere actoren de
parameter Grootste stelgrootte zenden op de standaardwaarde alleen wanneer eigen stelgrootte
groter is, zijn ingesteld.
KNX producthandleiding HU 1, HU 1 RF
79
Advertenties
Inhoudsopgave
