7.2 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires
schoon met lauw water en wat neutrale
zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en
wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren
dat ze schoon en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.
7.3 De vriezer ontdooien
Het vriesvak is vorstvrij. Dit betekent dat er
geen rijp gevormd wordt als het vriesvak
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Zie de hoofdstukken over veiligheid.
8.1 Wat te doen als...
Probleem
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat is lawaaiig.
Er is een hoorbaar of zichtbaar
alarm.
De compressor werkt voortdu‐
rend.
14
NEDERLANDS
werkt, noch op de binnenwanden, noch op
het voedsel.
7.4 Periode dat het apparaat niet
gebruikt wordt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als
het apparaat gedurende lange tijd niet
gebruikt wordt:
1. Koppel het apparaat los van de
stroomtoevoer.
2. Verwijder alle etenswaren.
3. Reinig het apparaat en alle accessoires.
4. Laat de deur geopend om onaangename
luchtjes te voorkomen.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat werd uitgeschakeld.
De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
Het apparaat staat niet stabiel.
De kast werd onlangs ingescha‐
keld.
De temperatuur in het apparaat is
te hoog.
De deur is open blijven staan.
De temperatuur is verkeerd inge‐
steld.
Er werden veel voedingsproduc‐
ten in een keer opgeborgen.
Oplossing
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Sluit het apparaat aan op een an‐
der stopcontact. Neem contact op
met een erkend elektrotechnisch
installateur.
Controleer of het apparaat stabiel
staat.
Raadpleeg "Hoge temperatuur-
alarm" of "Deur open-alarm".
Raadpleeg "Hoge temperatuur-
alarm" of "Deur open-alarm".
Sluit de deur.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedie‐
ningspaneel".
Wacht een paar uur en controleer
dan de temperatuur opnieuw.