A.3 - HALFAUTOMATISCH PROGRAMMEREN van de eindstanden BOVEN ("0") en ONDER ("1")
OPMERKINGEN EN WAARSCHUWINGEN
• Gebruik deze procedure uitsluitend voor rolluiken met mechanische blokkering van de bovenste eindstand "0".
• Programmeer EERST de eindaanslag BOVEN (0).
• De eindaanslag onder (1) wordt NIET opgeslagen als deze binnen 120° ligt ten opzichte van de eindaanslag BOVEN (0)
• Na het programmeren van de eindaanslag, wordt de beweging omhoog beperkt door de slag van het rolluik tegen de mechanische blokkering (bak) die aanwezig is
in de eindaanslag Boven "0". Periodiek wordt de hoogte van deze eindstand automatisch bijgewerkt door de "auto-updatefunctie van de eindstanden" (paragraaf 5.1). De
beweging omlaag wordt daarentegen begrensd door de bovenste eindstand "1" (eindstand door de installateur ingesteld in een gewenst punt).
1
Aansturen van
de manoeuvre
OMHOOG
Houd de toets ingedrukt ... (Opmerking - tijdens
de beweging geven 2 korte onderbrekingen aan
dat er geen eindstanden zijn opgeslagen).
2
Aansturen van
de manoeuvre
OMLAAG
Houd de toets ingedrukt ... (Opmer-
king - tijdens de beweging geeft
1 korte onderbreking aan dat één
eindstand is opgeslagen).
A.4 - Afstelling van de gevoeligheid van de motor voor een obstakel
OPMERKINGEN EN WAARSCHUWINGEN
• Met deze procedure kan het veiiligheidssysteem ingeschakeld, afgesteld of uitgeschakeld worden dat: a) de aanwezigheid van een obstakel tijdens de beweging van het rol-
luik detecteert; b) de trekkracht van de motor op het rolluik vermindert wanneer dit gestopt is in de bovenste eindstand "0" (alleen als in deze eindstand de bak of een an-
dere mechanische stop aanwezig is en de eindstanden in het geheugen zijn opgeslagen in de automatische of halfautomatische modus).
• De procedure regelt de limiet van de trekkracht die de motor op het rolluik kan uitoefenen om het vrij te maken wanneer het plotseling wordt afgeremd door een obstakel of
door wrijving.
• Er zijn vier gevoeligheidsniveaus beschikbaar.
• Het maximaal mogelijke gevoeligheidsniveau om een betrouwbare toepassing te verkrijgen is afhankelijk van het type, het gewicht en de afmetingen van het rolluik.
• Na het veranderen van de instelling moet u de automatisering TEN MINSTE drie complete cycli laten uitvoeren, zodat deze het gekozen gevoeligheidsniveau over-
neemt.
1
Houd beide toetsen tegelijk in-
gedrukt
2
(x 1)
Druk op de toets en laat hem
los.
3
4 OPTIES:
(x ...)
1 druk = minimale gevoeligheid
2 drukken = standaard gevoeligheid (Fabrieksinstelling)
3 drukken = maximale gevoeligheid
4 drukken = functie uitgeschakeld
U dient de toets in te drukken en los te laten voor het aantal keren dat bij de geko-
zen optie is aangegeven.
5 – Nederlands
S T A R
2
S T O
...tel 2 START & STOP-bewegin-
gen...
T
S T A R
1
&
P
S T O
...tel 1 START & STOP-be-
... laat de toets los zodra het rolluik de
weging...
gewenste hoogte "1" bereikt (eind-
stand ONDER).
2
...?...
tel 2 bewegingen.
wacht zonder de twee
toetsen los te laten
1
...?...
wacht tot de motor 1 beweging uitvoert;
T
&
P
... breng het rolluik tot de bovenste stop.
De motor wordt automatisch uitgeschakeld als de
stop is bereikt.
3
" 1 "
Houd beide toet-
sen tegelijk inge-
drukt;
3
tel 3 bewegingen;
laat onmiddellijk alleen de toets s los; de
toets t moet ingedrukt blijven.
3
Kies de gewenste optie en program-
meer deze als volgt
...?...
wacht tot de motor een aantal bewegingen heeft
uitgevoerd dat gelijk is aan het aantal keren dat de
toets is ingedrukt;
2
" 0 "
= 3 sec
2
tel 2 bewegingen;
2
wordt vervolgd
3
1 /
2 /
3 /
?
4 /
5 /
laat ook de toets t los.
einde
laat ze na 3 secon-
den los.
einde