Installatie - voor de installateur
14. Storingen verhelpen
Info
Bij temperaturen lager dan -15 °C kan de veiligheid-
stemperatuurbegrenzer worden geactiveerd. Het
toestel kan al tijdens opslag of transport aan deze
temperaturen zijn blootgesteld.
» Laat de storingscode weergeven (zie hoofdstuk "In-
stellingen/storingscode weergeven").
» De koppelingen worden beschreven in het hoofdstuk
"Technische gegevens/elektriciteitsschema's en
aansluitingen".
Storing
De opwarmtijd duurt erg lang en het sym-
bool Verwarmen is verlicht.
Het veiligheidsventiel druppelt en het sym-
bool Verwarmen is niet verlicht.
Het water wordt niet warm.
Het symbool Verwarmen wordt niet ge-
toond.
Het water wordt niet warm.
Resetknop veiligheidstemperatuurbegrenzer
» Ontkoppel het toestel van de stroomvoorziening.
» Draai de schroeven eruit en verwijder de onderste
kap.
» Trek de aansluitkabel van de elektronische module
Bediening, positie X2 eraf.
1 Resettoets van de veiligheidstemperatuurbegrenzer
30
Code Oorzaak
De verwarmingsflens is verkalkt.
De klepzitting is vuil.
De temperatuursensor heeft een storing.
E2
E4
De communicatie tussen de elektronische
E1
modules Regeling en Bediening heeft een
28
storing.
De veiligheidstemperatuurbegrenzer is ge-
E8
activeerd.
De veiligheidstemperatuurbegrenzer is geac-
tiveerd, omdat de regelaar defect is.
De veiligheidstemperatuurbegrenzer is ge-
activeerd, omdat de temperatuur lager is dan
-15 °C.
De snelopwarming schakelt niet in.
De verwarmingsflens is defect.
De temperatuursensor is defect.
E6
1
Oplossing
Ontkalk de verwarmingsflens.
Reinig de klepzitting.
Controleer of stekker X10 er op de juiste
wijze is ingestoken.
Controleer de temperatuursensor.
Controleer of stekker X2 op de juiste wijze is
ingestoken in beide modules.
Controleer de modules en de aansluitkabel.
Controleer het toestel en verhelp de oorzaak.
Druk op de resettoets (zie afbeelding).
Verhelp de oorzaak van de fout. Vervang de
veiligheidstemperatuurbegrenzer.
Druk op de resettoets (zie afbeelding).
Controleer de toets.
Vervang de verwarmingsflens.
Controleer of stekker X10 er op de juiste
wijze is ingestoken. Controleer de tempera-
tuursensor.