Inhoudsopgave
Advertenties
Storingen
11.1
Storingen van het hybride systeem
Op de bedieningseenheid kunnen voor het hybride systeem de volgende
storingen worden getoond:
Displaytekst
MOGELIJKE OOR-
ZAAK
Geringe circula-
Het filterelement of de
tie
filterkogelkraan is ver-
ontreinigd.
In de leiding van de
warmtepomp zit lucht.
De pomp in het warmte-
pompcircuit is defect.
Tabel 12 Storingen van het hybride systeem
De volgende storingsindicaties van de hybride set kunnen in het display van de bedieningseenheid worden getoond:
Displaycode Storingscode
–
5197
–
5198
–
5199
–
5480
–
5481
–
5482
–
5483
–
5484
–
5485
–
5486
26
Oplossing
▶ Filterelement reinigen.
▶ Leiding ontluchten.
▶ Pomp vervangen.
Omschrijving
Fout van de hybride cv-pomp (PH0). Spanning te hoog/laag.
Pomp blokkeert of defect.
Geen water gevuld of lucht in het cir-
cuit.
Geen circulatie naar warmtepomp.
Geen CAN-communicatie tussen hy-
bride manager en buiteneenheid.
Signaal van de retourtemperatuur-
sensor TH2 aan de hybride manager
ligt buiten de curve.
Signaal van de retourtemperatuur-
sensor TH1 aan de hybride manager
ligt buiten de curve.
Gekozen hydraulische configuratie
wordt voor het herkende systeem niet
ondersteund.
Te geringe circulatie naar warmte-
pomp.
Geen LIN-buscommunicatie, gebro-
ken verbindingskabel, slecht stekker-
contact.
Storingsindicaties kunnen op de bedieningseenheid in het diagnoseme-
nu met Ontgrendeling worden gereset.
Storingsindicaties
Storingsindicaties kunnen op de bedieningseenheid in het diagnoseme-
nu met Ontgrendeling worden gereset.
Testprocedure/oorzaak
Temperatuur van de elektronica te
hoog.
Geblokkeerde rotor.
Pomp wordt achterwaarts door-
stroomd.
Pomprotor geblokkeerd.
Pomp defect.
Geen water in het systeem.
Lucht in het systeem.
Circulatie naar buiteneenheid ge-
blokkeerd.
Max. buislengte overschreden.
Sensor TH1 en TH2 niet goed ge-
plaatst.
CAN-buskabel niet op hybride ma-
nager of buiteneenheid aangeslo-
ten.
Kabel defect.
Retourtemperatuursensor TH2 niet
aangesloten.
Sensor defect.
Retourtemperatuursensor TH1 niet
aangesloten.
Sensor defect.
Geen vrijgegeven hydrauliek inge-
bouwd. Componenten (HYC, hybri-
de manager, warmteproducent)
verkeerd gemonteerd.
Configuratie foutief.
Verstopt filter.
Extra ingebouwde componenten in
de leiding.
Te hoge weerstand (maximale lei-
dinglengte overschreden/verkeerde
dimensionering).
Verbinding tussen hybride manager
en pomp onderbroken.
Verkeerde aderbezetting in de stek-
ker.
Maatregel
Elektrische aansluiting controleren/
uitgangsspanning controleren.
Omgevingstemperatuur van de pomp
controleren.
Pomp demonteren en rotor op blokke-
ring controleren.
Hydraulische aansluiting controleren.
Pomp vervangen.
Pomp demonteren en rotor controle-
ren, eventueel gangbaar maken.
Pomp vervangen.
Installatie vullen en ontluchten, evt.
ontluchtingsmodus op warmteprodu-
cent starten.
Aanvoer en retour naar buiteneenheid
controleren, circulatie waarborgen.
Max. buislengte controleren en corrige-
ren. Correcte plaatsing van de sensor
TH1 en TH2 controleren.
CAN-buskabel op doorgang controle-
ren, aansluiting van de aders controle-
ren.
Sensor TH2 op goede plaatsing contro-
leren.
Sensor TH2 vervangen.
Sensor TH1 op goede plaatsing contro-
leren.
Sensor TH1 vervangen.
Zorg ervoor, dat een vrijgegeven hy-
drauliek is geïnstalleerd, componenten
(HYC, hybride manager, warmteprodu-
cent) controleren.
Configuratie aanpassen.
Filter reinigen.
Leidingroute op extra ingebouwde
componenten controleren.
Leidinglengte controleren.
LIN-buskabel en stekker op correcte
aansluiting en bezetting controleren
(stekker klikt vast in de pomp).
HF-Set HYC40 – 6721877631 (2024/07)
Advertenties
Inhoudsopgave
