8.2
Vullen en ontluchten van de cv-installatie
OPMERKING
De installatie raakt beschadigd bij inschakelen zonder water.
Componenten in de cv-installatie raken oververhit als deze zonder water
wordt ingeschakeld.
▶ Vul het warmwatertoestel en de cv-installatie vóór u de cv-installatie
inschakelt en zorg voor de juiste druk.
Vullen van de cv-installatie
Afhankelijk van het watervolume van de installatie kan een extra expan-
sievat nodig zijn. De installateur moet de benodigde grootte bepalen en
de correcte druk instellen.
Voor gemakkelijker ontluchten van het warmtepompcircuit wordt de in-
bouw van een ontluchtingsinrichting op het hoogste punt van de leiding
tussen binnen- en buiteneenheid geadviseerd.
▶ Elektrische voedingsspanning van de buiteneenheid en de conventi-
onele warmteproducent onderbreken.
▶ Open alle kranen in de cv-installatie.
▶ Voor zover aanwezig, overige automatische ontluchters in de cv-in-
stallatie activeren.
▶ Doorstroming via geïntegreerde deeltjesfilter waarborgen, eventueel
kogelkraan openen.
▶ Cv-installatie langzaam via conventionele warmteproducent vullen.
Bedrijfsdruk
1,2-1,5 bar
Minimale vuldruk. Vul bij een koude cv-installatie de
installatie op een druk van 0,2-0,5 bar boven de
voordruk van het expansievat.
3 bar
Maximale vuldruk bij maximale cv-watertempera-
tuur: mag niet worden overschreden (veiligheidsven-
tiel geopend).
Tabel 2 Bedrijfsdruk
Aanvoertemperatuur 35 °C
De volgende tabel toont de maximale verwarmingsvermogens van warmtepompen met hybride sets bij verschillende nominale buitentemperaturen en
35 °C aanvoertemperatuur.
Warmtepomp
Buitentemperatuur [ °C]
-10
-11
-12
-13
-14
-15
-16
Tabel 3 Max. verwarmingsvermogen bij verschillende buitentemperaturen en 35 °C aanvoertemperatuur
HF-Set HYC40B – 6721877634 (2024/07)
WLW196i-6 A H
WLW196i-6 A H S+
5,39
5,76
5,26
5,58
5,14
5,41
5,01
5,25
4,79
5,09
4,61
4,94
4,47
4,79
Inbedrijfstelling en instelling van de installatie
▶ Controleer, wanneer de druk niet constant blijft, of het expansievat
en de cv-installatie lekdicht zijn.
▶ Elektrische voedingsspanning voor buiteneenheid en conventionele
warmteproducent weer herstellen.
Ontlucht de cv-installatie
▶ Servicemenu openen.
▶ Kies menu Diagnose en bevestig.
▶ Kies menupunt Functietest en bevestig.
▶ Kies menupunt Warmtepomp en Ontluchtingsbedr. activeren.
▶ Voor zover aanwezig, overige circulatiepompen in de cv-installatie
cyclisch in- en uitschakelen.
▶ Bedrijfsdruk controleren en indien nodig water bijvullen, tot de ge-
wenste druk in de cv-installatie is bereikt.
▶ Het systeem via andere ontluchtingsventielen van de cv-installatie
(bijv. radiatoren) ontluchten.
▶ Stappen 1 tot 4 herhalen, tot de cv-installatie is ontlucht.
De complete ontluchting van het warmtepompcircuit kan tot wel
20 minuten duren.
▶ Eventueel de Ontluchtingsbedr. na 15 minuten nogmaals activeren.
▶ Alle ingebouwde filters en met name deeltjesfilters reinigen.
8.3
Energieprijzen voor kostengeoptimaliseerd bedrijf
De Energieprijzen kunnen in het menu Instellingen hybride in de hier-
na genoemde eenheden worden ingesteld:
• Gas: ct/kWh (verbrandingswaarde)
• Olie: ct/liter
• Stroom: ct/kWh
8.4
Ontwerphulp warmtepomp
Instelling van de bivalente temperatuur
De ingestelde bivalente temperatuur geeft aan, vanaf welke nominale
buitentemperatuur de conventionele warmteproducent bijschakelt of
naar stand-alone bedrijf omschakelt. De bivalente temperatuur moet zo-
danig worden gekozen, dat de warmtepomp de gehele warmtevraag bo-
ven de bivalente temperatuur kan afdekken.
De bivalente temperatuur kan op de bedieningseenheid worden inge-
steld.
WLW196i-8 A H
Maximaal verwarmingsvermogen [kW]
7,40
7,17
6,94
6,73
6,52
6,32
6,13
WLW196i-11 A H
WLW196i-14 A H
9,95
11,9
9,72
11,6
9,5
11,3
9,27
11,0
9,04
10,7
8,81
10,5
8,58
10,2
11