INSTALLATIE
3
3.3 Voorwaarden voor de installatie
3.3.1 Inlaat- en uitlaatsectie
Gebruik rechte pijpen bij inlaat- en uitlaatsecties om stromingsvervorming of werveling,
veroorzaakt door bochten en T-profielen te voorkomen.
Figuur 3-3: Aanbevolen inlaat- en uitlaatsectie
1 Zie het hoofdstuk "Bochten in 2 of 3 dimensies"
2 DN
2
3.3.2 Bochten in 2 of 3 dimensies
Figuur 3-4: Inlaat wanneer er 2- en/of 3-dimensionele bochten worden gebruikt voor de flowmeter
Inlaatlengte: met bochten in 2 dimensies: 5 DN; wanneer er bochten zijn in 3 dimensies:
2-Dimensionale bochten zijn bochten die alleen in een verticaal of of of of horizontaal vlak liggen, terwijl
3 Dimensionale bochten zowel in een verticaal en en en
3.3.3 T-sectie
Figuur 3-5: Afstand achter een T-sectie
10 DN
1
16
en horizontaal vlak voorkomen.
www.krohne.com
OPTIFLUX 1000
10 DN
10/2018 - 4007200701 - TD OPTIFLUX 1000 R05 nl