nl Voor het eerste gebruik
5.3 Bedieningspaneel variant 2
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw apparaat instellen en informatie krijgen over de gebruikstoestand.
Apparaat in- of uitschakelen
Favorieten-functie selecteren
Remote-indicatie
Filterverzadigingsindicatie resetten
Instelgebied 3 ventilatorstanden / 2 intensief-
standen
Voor het eerste gebruik
6 Voor het eerste gebruik
Stel de opties voor het eerste gebruik in. Reinig het ap-
paraat en de accessoires.
6.1 Functie instellen
Uw apparaat is standaard op afvoerluchtfunctie inge-
steld.
De Bediening in essentie
7 De Bediening in essentie
7.1 Apparaat inschakelen
Druk op
.
▶
a Het apparaat start in ventilatorstand 2.
7.2 Apparaat uitschakelen
Druk op
.
▶
7.3 Ventilatorstand instellen
De gewenste ventilatorstand in het instelbereik
▶
selecteren.
7.4 Intensiefstand inschakelen
Als zich een bijzonder sterke geur of damp ontwikkelt,
kunt u de intensiefstand gebruiken.
In het instelbereik
▶
selecteren.
a Het apparaat schakelt na ca. 6 minuten automatisch
in de ventilatorstand 3.
7.5 Intensiefstand uitschakelen
Terug zetten op de gewenste ventilatorstand.
▶
8
de gewenste intensiefstand
Automatische modus inschakelen of uitscha-
kelen
emotionLight Pro inschakelen of uitschakelen
emotionLight Pro-Kleur instellen
Verlichting inschakelen of uitschakelen
Helderheid instellen
Home Connect
Opmerking: Voor het gebruik in de circulatiefunctie
hebt u bijkomend toebehoren nodig.
Voor het gebruik in de circulatiefunctie de functie in-
▶
stellen.
→ "Filterverzadiging", Pagina 9
7.6 powerBoost positie instellen
Bij het apparaat is een tussenstand van het glazen
front mogelijk. Bij bijzondere sterke geur- en dampont-
wikkeling kan de tussenstand worden gebruikt.
Het glazen front in het midden vastpakken en voor-
▶
zichtig openen.
7.7 Automatische modus inschakelen
De optimale ventilatorstand wordt met behulp van een
sensor automatisch ingesteld.
Druk op
.
▶
7.8 Automatische modus uitschakelen
Terug zetten op de gewenste ventilatorstand.
▶
a De ventilatie wordt automatisch beëindigd als de
sensor geen verandering van de luchtkwaliteit in de
ruimte vaststelt.
a De automatische stand loopt maximaal 4 uur.
7.9 Sensorgevoeligheid
In de automatische modus herkent een sensor in het
apparaat de intensiteit van de kook- en bakluchtjes. Af-
hankelijk van de sensorgevoeligheid wordt de optimale
ventilatorstand automatisch ingeschakeld. U kunt de in-
stelling van de sensorgevoeligheid in de Home Con-
nect app wijzigen.