Waterstoptoestel
De toevoerslang is
voorzien van een wa-
terstop, een beveili-
gingsvoorziening te-
gen schade veroor-
zaakt door waterlek-
kage die kan ontstaan
door natuurlijke slijta-
ge van de slang.
Deze storing wordt aangegeven door een
rood vlak in venster «A». Als dit gebeurt, draait
u de kraan dicht en neemt u contact op met
de klantenservice om de slang te laten vervan-
gen.
Waterafvoer
Vorm allereerst een haak in het uiteinde van
de afvoerslang met behulp van de plastic
slanggeleider die met de wasmachine is mee-
geleverd.
Het uiteinde van de afvoerslang kan op vier
manieren worden geplaatst:
• Over de rand van een gootsteen ge-
haakt, met behulp van de plastic
slanggeleider.
10
Maak de plastic slanggeleider met een stuk
touw aan de kraan vast om te voorkomen dat
de afvoerslang tijdens het afvoeren van water
uit het apparaat losraakt.
• Op een uitlaattap van een gootsteen.
A
Druk de afvoerslang op de tap en maak hem
vast met een klem. Zorg dat er een lus in de
afvoerslang wordt gevormd, om te voorkomen
dat afval uit de gootsteen in de wasmachine
terechtkomt.
Als de uitlaattap nog niet eerder is gebruikt,
verwijdert u een afdichting die eventueel aan-
wezig kan zijn.
• Rechtstreeks in een afvoerpijp op een
hoogte van niet minder dan 60 cm en niet
meer dan 100 cm.
• Rechtstreeks op een ingebouwde af-
voerleiding in de muur van de kamer.
Het einde van de af-
voerslang moet altijd
geventileerd zijn,
d.w.z. dat de binnen-
diameter van de af-
voerpijp groter moet
zijn dan de buitendia-
meter van de afvoers-
lang. De afvoerslang
mag niet geknikt zijn.
www.zanussi.com