1. Reinig het koude katalytische filter met een stofzuiger.
2. Laat het koude katalytische filter niet in contact komen met water.
3. Maak de koude katalysator elke twee maanden schoon.
HEPA H14-Filter
1. Plaats het HEPA14-filter in een goed geventileerde ruimte om schadelijke
afzettingen te verwijderen.
2. Maak het HEPA H14-filter elke twee maanden schoon.
Deeltjessensor
1. Verwijder het deksel van de deeltjessensor.
2. Veeg het lensoppervlak regelmatig af met een droog wattenstaafje om stof te
verwijderen.
Filters zijn te bestellen onder art.nr. X1070.
7
Mogelijke storingen
Mögliche
NL
De onderstaande tabel beschrijft mogelijke oorzaken en methoden voor het
verwijderen van storingen of fouten die optreden tijdens de werking van het
apparaat. Neem contact op met het servicecentrum als storingen niet kunnen
worden verholpen.
Fout
Het apparaat kan
niet worden
aangezet
Het apparaat is niet
effectief genoeg
16 / 20
Mogelijke oorzaken
De stekker is niet juist in het
stopcontact gestoken
De zekering is doorgebrand
Het filter moet worden
vervangen
Het filteroppervlak is vuil
Geblokkeerde luchtinlaat / -
uitlaat
Mogelijke storingen
Oplossingen
De stekker er correct
insteken
Controleer de zekering
Vervang het filter
Reinig het filteroppervlak
Reinig de luchtinlaat / -
uitlaat
X1069