Reiniging
De omgevingslucht wordt bevochtigd door het water in de tank. De mate van
bevochtiging is afhankelijk van de ventilatorsnelheid.
1. Verwijder het waterreservoir.
2. Plaats het bevochtigingsfilter in het waterreservoir.
3. Open het deksel van het waterreservoir.
4. Vul de tank met 1 liter koud water.
5. Sluit het deksel van het waterreservoir en duw het terug.
6
Reiniging
6.1
Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
•
Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet
te worden gehaald.
•
Het apparaat geheel laten afkoelen.
•
Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat komt. Dompel het apparaat niet in
water of andere vloeistoffen om het te reinigen. Gebruik geen waterstraal onder
druk om het apparaat te reinigen.
•
Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat
schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen en
leiden tot elektrische schokken wanneer ze in contact komen met geleidende
componenten.
•
Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Dit kan het oppervlak beschadigen.
6.2
Reiniging
1. Veeg de behuizing van het apparaat af met een zachte, vochtige doek.
2. Droog de ombouw met een zachte doek.
Filtervervanging
Voorfilter
1. Maak de buitenkant van het voorfilter schoon met een stofzuiger of veeg het af
met een vochtige doek.
2. Het voorfilter moet twee keer per maand worden schoongemaakt.
Koud katalytisch filter
X1069
NL
15 / 20