3.8.7 Montage-instructies
!
Elke externe controle van de stroomtoevoer naar het product moet worden goedgekeurd
door OSO.
!
De boiler moet met water worden gevuld voordat de stroom wordt ingeschakeld.
Voor installaties in woningen moeten vaste elektrische aansluitingen worden gebruikt in
overeenstemming met NEK 400:2010 of later, evenals bij eventuele wijzigingen aan de
!
bestaande elektrische installaties volgens de voorschriften. Bij de installatie van het
product kunt u gebruik maken van het meegeleverde netsnoer met stekker voor een
stopcontact zonder waarbij enige wijziging van de elektrische installaties vereist is, zoals
geïnstalleerd in overeenstemming met NEK 400:2006 of eerder.
De in de fabriek gemonteerde netkabel is gecertificeerd tot 90°C (H05V2V2-F) en kan
!
ook worden gebruikt voor
permanente installatie, bij vervanging moet een trekontlaster (5) worden geïnstalleerd.
De boiler moet worden geïnstalleerd met een afstand voor onderhoud van 40 cm vóór het
!
deksel van de elektrische aansluitdoos / 10 cm boven het hoogste punt.
In geval van beschadiging van de voedingskabel moet deze worden vervangen door een
!
speciaal aangepaste voedingskabel van de fabrikant.
3.8.8 Passend advies
De netvoedingskabel van de Charge-eenheid (6) moet worden weggewerkt in een van de
-
kanalen aan de onderkant van het product.
Eventuele overloopleiding (7) van het veiligheidsventiel kan in één van de kanalen aan de
-
onderkant worden weggewerkt
van het product.
Voor producten met een capaciteit ≤ 3 kW: > 15A zekering / > Er moet 2,5 mm2 draad
-
worden gebruikt.
18
!
WAARSCHUWING
!
VOORZICHTIGHEID
AANBEVELING