7. plaats de stop terug op de noodafvoerslang en zet de slang terug op zijn plaats;
8. schroef de pomp weer vast en sluit het deurtje.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als de machine op een plaats staat waar de temperatuur tot beneden het vriespunt kan dalen, ga
dan als volgt te werk:
1. Sluit de kraan en schroef de watertoevoerslang los van de kraan.
2. Plaats het uiteinde van de noodafvoerslang en van de watertoevoerslang in een op de vloer
geplaatste opvangbak en laat het aanwezige water weglopen.
3. Schroef de watertoevoerslang weer aan de kraan en zet de noodafvoerslang weer op zijn plaats
na eerst de stop te hebben teruggeplaatst
Door zo te handelen wordt evt. in de machine achtergebleven water verwijderd en wordt de
vorming van ijs en daardoor beschadiging van de machine voorkomen.
Als u de machine weer wilt gebruiken, controleer dan of de omgevingstemperatuur boven de 0°C
ligt.
Belangrijk! Elke keer als u het water afvoert met behulp van de noodafvoerslang moet u 2 liter
water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddellade gieten en daarna het
afvoerprogramma laten draaien. Dit schakelt de SPAARKLEP-voorziening in, waarmee voorkomen
wordt dat een gedeelte van het wasmiddel bij de volgende wasbeurt ongebruikt blijft.
Onderhoud en reiniging
.
33