Aanwijzingen voor de gebruiker
4. HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
4.1
Aanschakeling van de branders van de kookplaat
Voordat de branders van de kookplaat aangeschakeld worden, moet
gecontroleerd worden of de vlamverdelers in hun zitten met de bijbehorende
deksels geplaatst zijn, door op te letten dat de gaten A van de vlamverdelers
overeenstemmen met de vonkontstekers en de thermokoppels.
H
A
A
Naast elke knop wordt de bijhorende brander aangeduid. Het
toestel
is
voorzien
van
een
elektrisch
ontstekingsmechanisme. Het is voldoende om op de knop te
drukken en hem in tegenwijzerszin te draaien op het symbool
van
de
maximum
vlam
,
tot
de
brander
wordt
aangeschakeld.
Bij de modellen met klep moet na de aanschakeling de knop nog enkele
seconden ingedrukt gehouden worden, zodat het thermokoppel warm wordt.
Het kan zijn dat de brander uitgaat wanneer de knop wordt losgelaten: dit
betekent dat het thermokoppel nog niet voldoende was verwarmd.
Wacht enkele ogenblikken, en herhaal de handeling door de knop langer
ingedrukt te houden. Bij de branders zonder thermokoppel is deze handeling
niet nodig.
Eens de brander aangeschakeld is, kan de vlam naar wens geregeld worden.
Na het gebruik van de kookplaat moet steeds gecontroleerd worden of de
bedieningsknoppen zich in de positie O (uit) bevinden.
Als de branders toevallig uitgaan, grijpt na ongeveer 20 seconden een
veiligheidsmechanisme in dat de levering van het gas blokkeert, ook al staat de
kraan open. Moet de bedieningsknop gesloten worden en minstens 1 minuut
gewacht worden voordat een nieuwe aanschakeling geprobeerd wordt.
46