GEBRUIK GYRO STABILISATOR
3.
Druk op het AAN/UIT pictogram (Figuur 4,
(1)) om de gyro unit aan te zetten.
Figuur 4
Opmerking:
- Wanneer de gyro unit is ingeschakeld,
wordt de cirkel rond het AAN/UIT pictogram
groen.
- Wanneer de gyro unit is ingeschakeld, be-
gint het vliegwiel te versnellen, de snel-
heidsindicator beweegt langs de draaiknop
op de Home-pagina, en de werkelijke snel-
heidswaarde wordt uitgedrukt als een per-
centage van de volle snelheid en neemt in
de loop van de tijd toe. Voor details over het
display, zie " Home-pagina" pagina 14.
- Als het om welke reden dan ook niet mo-
gelijk is de stabilisator in te schakelen (bij-
voorbeeld vanwege een 'geen communi-
catie'-foutmelding op de CAN-lijn tussen
de motoraandrijving en de besturings-
kaart), blijft de cirkel rond de AAN/UIT grijs.
Controleer de details van de storing op de
alarmregistratie pagina, zie " Alarmregistra-
tie pagina" op pagina 22.
- Zie "PROBLEEMOPLOSSING" op pagina 38
voor informatie over getoonde storingsbe-
richten en hoe hiermee om te gaan.
28
4.
Zorg ervoor dat de (zee)water- en glycol-
pompen werken.
Opmerking:
- Als de (zee)waterpomp is aangesloten op
een ander circuit dan het gyro systeem, zet
dan de stroom aan om de (zee)waterpomp
te laten werken.
- Als u de (zee)waterpomp rechtstreeks op
het gyrosysteem aansluit, zal het systeem
de (zee)waterpomp ook activeren wanneer
het vliegwiel ongeveer 300 RPM bereikt (het
duurt ongeveer 3 minuten om deze snel-
1
heid te bereiken).
5.
Druk op het nacht/dag selectie pictogram
(Figuur 5, (1)) om de gewenste rotatiasnel-
heid te kiezen.
SG80 Gebruikershandleiding
Figuur 5
1