5.8.2.6 Auxiliaire Mode 5
Auxiliaire ingang functie: Deur Monitoring
Auxiliaire uitgang geactiveerd door: Shunt (Uitleg hieronder)
Bijvoorbeeld in Auxiliaire Mode 5, is de controller in staat om een
alarm systeem te shunten. In deze modus, moet de Aux-ingang
aangesloten worden op het magneetcontact van de deur. Het
Auxiliaire relais wordt aangesloten op het alarmsysteem. Indien er
geen geldige code werd ingevoerd, komt de conditie van het
Auxiliaire relais overeen met het magneetcontact. Indien de deur
wordt geopend, dan opent het Auxiliaire relais eveneens. Indien de
deur gesloten wordt, dan zal het Auxiliaire relais eveneens sluiten.
Wanneer er een geldige code ingebracht werd, begint het aftellen
van de maximum shunt tijd gedefinieerd in de Auxiliaire
instellingen. Als de deur niet gesloten wordt voor het einde van de
ingestelde shunt tijd dan wordt er een alarm geactiveerd.
5.8.2.7 Auxiliaire Mode 6
Auxiliaire Ingang Functie: Deur Monitoring
Auxiliaire uitgang geactiveerd door: Deur geforceerd geopend
Bijvoorbeeld, in Auxiliaire Mode 6, kan de controller de Auxiliaire
relais activeren wanneer de deur geforceerd werd. Als de sirene
instellingen geconfigureerd zijn, dan wordt de sirene geactiveerd.
In deze modus, de functioneert extra ingang als een deur monitor
switch en is aangesloten op het magneetcontact op de deur. Het
62
AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding