Samenvatting van Inhoud voor Rosslare AC-Q4 Series
Pagina 1
AC-Q4x Familie Autonome controllers – Antivandaal Installatie en Programmatie handleiding Modellen: AC-Q41H/HB AC-Q41HP AC-Q41SB AC-Q42H/HB AC-Q42SB AC-Q44 AC-Q4x Familie – Installatie en Programmatiehandleiding...
Pagina 2
AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding...
Pagina 3
ROSSLARE. ROSSLARE behoudt zich het recht om dit document te herzien en te wijzigen en dit op elk moment, zonder verplichting om dergelijke revisies of wijzigingen vooraf of achteraf aan te kondigen.
Overzicht Introductie ............... 14 Controller Types ..................14 Functionaliteiten ..................15 Inhoud…………………………………………………………………………..…16 Externe Apparatuur ................17 Beschrijving van het frontpaneel…………………………………….18 Technische Specificaties ........... 22 Installatie ..............22 Installeren van de controller .............. 22 Bekabeling van de Controller ............24 3.2.1 Voor bedrade modellen ................
Pagina 5
Overschakelen van de ene modus naar de andere ....37 4.3.1 Van de Normal modus naar de Secure modus ......37 4.3.2 Van de Secure modus naar Normal modus ........38 4.3.3 Van de Normal modus naar bypass modus ........38 4.3.4 Van bypass modus naar de Normal modus ........
Pagina 6
Failsafe/Failsecure functionaliteit configureren ......53 Configureren van de Auxiliaire mode..........55 5.8.1 Algemeen ....................... 55 5.8.2 Gedetailleerde handleiding ..............60 Functionaliteit van de verwarming van het keypad ....66 5.10 DE BLOKKAGE CONFIGUREREN ............67 5.11 Verlichte toetsen en gedrag van de LED’s ......... 68 5.12 Registreren van de codes ..............
Pagina 7
5.17 Vervangen van een Normal/Secure code ........84 Garantie ..............86 AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding...
Lijst met Afbeeldingen Afbeelding 1: Frontpaneel ....................18 Afbeelding 2: Identificatie gaten .................. 23 Afbeelding 3: Vooraf bekabelde aansluitingen voor het houdrelais en de Exit drukknop (REX) ..................26 Afbeelding 4: Vooral bekabelde aansluitingen voor de Auxiliaire ingangen en uitgangen ..................... 27 Afbeelding 5: Vooraf bekabelde aansluitingen voor de externe luidspreker BLD-40 ........................
Pagina 9
Lijst van de Tabellen Tabel 1: Kleuren gids van de draden ................. 25 Tabel 2: Programmatie Menu..................44 Tabel 3: Beknopte handleiding voor het configureren van de Auxiliare mode ........................57 AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding...
indien van toepassing, is onderworpen aan de voorwaarden van de licentie geleverd als onderdeel van de aankoop van documenten. ROSSLARE ENTERPRISES LIMITED en / of haar gelieerde ondernemingen en / of dochterondernemingen hierna:" ROSSLARE " exclusieve garantie en aansprakelijkheid is beperkt tot de garantie en aansprakelijkheid verklaring voorzien in een bijlage aan het einde van dit document.
Pagina 11
kosten van kapitaal of verlies van gebruik van een woning of het kapitaal of letsel). Alle afbeeldingen in deze handleiding zijn alleen ter referentie, er kunnen afwijkingen tussen de afbeelding (en) en het werkelijke product optreden. . Alle elektrische schema's zijn bedoeld voor referentie, de foto of afbeelding van ...
Introductie De AC-Q4x serie zijn vandaalbestendige standalone controllers. Alle eenheden zijn waterbestendig en geschikt voor binnen en buiten montage. De unit(s) accepteert tot 500 gebruikers en biedt toegang via een persoonlijk identificatienummer (PIN) en/of door het presenteren van een Proximity kaart. Types controllers De verschillende types controllers beschreven in deze handleiding zijn:...
Q41SB Standaard Q42H Standaard Q42HB Standaard Q42SB Piëzo Functionaliteiten 500 gebruikers Water en Antivandaal bestendig Achtergrondverlichting programmeerbaar en controle via LED’S (optie “B”) Drie gebruikersniveaus: Normaal, Secure en Master ...
Pagina 14
Geleverd met sjabloon om de montage te vereenvoudigen. Inhoud Voordat u begint, controleert u of alles in de doos aanwezig is. Als er iets ontbreekt, moet u dit melden aan het dichtstbijzijnde Rosslare kantoor. AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding...
Pagina 15
Eén unit Een montage sjabloon (zelfklevende sticker) Een speciale sleutel voor de beveiligingsschroeven Een hexagonale veiligheid schroef Vier schroeven om de unit te monteren Bijkomend materiaal Het volgende materiaal kan nodig zijn om uw installatie te vervolledigen : Elektrisch slot - fail safe (spanningsloos geopend) of Fail ...
Beschrijving van het frontpaneel Bedieningselementen en indicatoren van alle controller versies zijn identiek (met uitzondering van de antenne in Q42 en Q44) (Afbeelding 1). Afbeelding 1: Frontpaneel LED Deur Mode LED Antenne (AC-Q42 et AC-Q44) Matrix keypad Belknop (met extra BL- D40) Veiligheid schroef AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding...
Technische Specificaties AC-Q44 Q41H Q41HB Q41HP Q42H Q42HB Q41SB Q42SB Ingang 12–24 VDC spanning* 12–24 VAC 16–24 VAC 12–24 16–24 VAC Maximale Zonder 100 mA 130 mA 125 mA 145 mA 130 mA 145 mA 125 mA Ingang verwarming stroom (12VDC) 580 mA 610 mA 605 mA 625 mA...
Pagina 18
AC-Q44 Q41H Q41HB Q41HP Q42H Q42HB Q41SB Q42SB Relais maximaal Exit drukknop (REX) Normaal geopend (droog contact) ingang Auxiliaire ingang Normaal geopend (droog contact) Maximale leesafstand ** N/A 65 mm 65 mm Proximity Modulatie ASK op 125 KHz ASK op 125 KHz Compatibiliteit met 26 Bits kaarten 26 Bits kaarten...
Pagina 19
* Alle ingangsspanningen dienen beperkt te worden tot 1 A maximum. Voor VAC, het spanningsbereik is piek-tot-piek. ** Gemeten met een Rosslare Proximity kaart of gelijkwaardig. De leesafstand is eveneens afhankelijk van de omgeving (mag niet op metaal geplaatst worden).
Installatie Installeren van de controller Alvorens de installatie te beginnen moet u bepalen waar de unit geïnstalleerd moet worden. Monteren van de controller : 1. Open de controller door het losdraaien en verwijderen van de veiligheid schroef aan de onderkant van de behuizing met behulp van de beveiliging spie sleutel.
Pagina 21
Afbeelding 2: Identificatie van de gaten Opgepast de sabotage lens NIET doorboren De centrale opening, gemerkt "C" is voor het routeren van de bedrading naar de controller. 3. Gebruik de meegeleverde boormal om nauwkeurig de benodigde gaten in de muur of paneel te lokaliseren en te boren.
6. Eenmaal bekabeld, verbind u de controller terug op zijn achterplaat met de veiligheid schroeven en het speciaal meegeleverd gereedschap. Bekabeling van de controller De controllers zijn voorzien van ofwel een zestig centimeter, vooraf bekabelde, 10-aderige kabel of met een schroef-type klemmenblok: Modellen met vooraf bekabelde Modellen met...
Pagina 23
Bekabeling van het relais voor het slot en Exit drukknop (REX) (Afbeelding 3) Bekabeling van de Auxiliaire ingangen en uitgangen (Afbeelding 4) Bekabeling van de externe buzzer BL-D40 (Afbeelding 5) Tabel 1: Kleurengids van de draden Kleur Beschrijving Rood Ingang V...
Pagina 24
Afbeelding 3: Voorbekabelde verbindingen voor het slot relais en de Exit drukknop (RES) Zwart Grond Controller Unit Rood Groen Grijs Slot Bruin Paars Gemeenschappelijke voeding Elektrisch Slot Fail safe (spanningsloos geopend) of Fail secure (spanningsloos Vanaf een gesloten) transformator Overspanning - Verbinding om de klemmen te laden Beveiliging Optionele overspanningsbeveiliging voor...
Pagina 25
Afbeelding 4: Vóór bekabelde aansluitingen voor extra in- en uitgangen AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding...
Pagina 26
Afbeelding 5: Vóór bekabelde aansluitingen voor externe luidspreker BL-D40 Controller unit Zwart Grond Rood Groen Gemeenschappelijke voeding Vanaf een transfo AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding...
3.2.2 Modellen met klemmen aansluitingen Deze controllers beschikken over afneembare aansluitklemmen die kunnen worden geplaatst op de pennen op het moederbord van de controller. Aansluiten van de klemmen: 1. Het plaatsen van de kabels in het middelste gat aan de achterkant van het deksel (zie Afbeelding 6).
Pagina 28
Figure 6: Connexions aux borniers Slot voeding Auxiliaire Plaats de aansluitklemmen op de pinnen van de controller AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding...
Pagina 29
Afbeelding 7: Aansluiting van het slot relais en de Exit drukknop (REX) Controller Unit Elektrisch Gemeenschappelijke slot voeding Fail safe (spanningsloos geopend) of Fail secure (spanningsloos Vanaf de gesloten) transformator Overspanning Verbinding om de klemmen te laden Optionele overspanningsbeveiliging voor Beveiliging inductieve belastingen, niet bijgeleverd AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding...
Pagina 30
Afbeelding 8: van de klemmen voor de Auxiliaire ingangen en uitgangen Controller Unit Auxiliaire Ingang Gemeenschappelijke (monitor) voeding Vanaf een transformator Extra Belasting Overspanning Verbinding om de klemmen te laden beveiliging Optionele overspanningsbeveiliging voor inductieve belastingen, niet bijgeleverd AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding...
Pagina 31
Afbeelding 9: Aansluiten van de klemmen aan de externe Buzzer BL- Controller Unit Gemeenschappelijke Voeding Vanaf een transformator AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding...
Werking In dit hoofdstuk verwijst het woord "code" naar een PIN code of een Proximity kaart, afhankelijk van het type toestel dat u hebt. Geheugen sloten kunnen een Proximity kaart of PIN zijn, afhankelijk van het type toestel dat u hebt. Werkingsmodi Er zijn drie modi voor de controle eenheden.
Een gebruiker van het type ‘’Secure gebruiker’’ moeten zowel een eerste als een tweede code ingeven om het lokaal te kunnen betreden. Eenmaal de eerste code ingegeven, wordt de Mode LED groen, en knippert gedurende 10 seconden. Tijdens deze tijd moet de tweede code ingegeven worden.
Gebruiker Niveaus De reeks AC-Q4x controller units aanvaarden tot 500 gebruikers en verlenen hen toegang door het inbrengen van een code. Iedere gebruiker krijgt 2 geheugensloten toegewezen : de eerste voor de primaire code en de tweede voor de secondaire code. De manier waarop de twee geheugensloten geprogrammeerd zijn bepaalt het niveau van de toegang van de gebruiker voor de drie modi.
Een Master gebruiker moet een primaire en secundaire code hebben. Codes worden ingevoerd met dezelfde Proximity kaart of dezelfde PIN. De master gebruiker kan, ongeacht de controller-modus, alleen de eerste code invoeren om toegang te verkrijgen. Schakelen tussen de verschillende modi U kunt schakelen van een bepaalde mode naar een andere mode door het volgen van volgende stappen : 4.3.1...
4.3.2 Van Secure mode naar Normal mode De standaard fabrieksinstelling voor de Normal/Secure code is 3838. Om de Normal mode te wijzigen naar de Secure mode : 1. Geef de Normal/Secure code in. Mode Deur Groen De Mode LED knippert groen. Mode Deur Groen...
2. Druk op de # toets om het wijzigen van de mode te bevestigen. De Mode LED wordt Oranje. Mode Deur Oranje 4.3.4 Van Bypass mode naar Normal mode Om van Bypass mode te wijzigen naar Normal mode : 1. Geef de Normal/Bypass mode in. Mode Deur Oranje...
4.4.2 Exit drukknop (REX) De REX drukknop bevindt zich op het terrein en wordt gebruikt om de deur van de binnenkant te openen. Deze bevindt zich meestal op een gunstige locatie, zoals naast de deur of op een bureau van de receptioniste. De deurbel in de BL-D40 (indien geactiveerd) geeft geen geluid wanneer de REX drukknop wordt gebruikt om de deur te openen.
4.4.3 Sabotage Functie Als de controller geforceerd wordt geopend of de controller wordt verwijderd van de muur, dan wordt er een sabotage event geactiveerd. Een sabotage signaal wordt verzonden naar de BL- D40. Als de BL-D40 Externe Sounder een sabotage gebeurtenis signaal ontvangt, activeert een sabotage-uitgang en een stroboscoop.
De lengte van de sirene kan ook worden geprogrammeerd in de controller. De controller communiceert met de BL-D40 via een eigen Rosslare protocol. Als de BL-D40 een onbekende code ontvangt over zijn communicatielijn of de communicatie tussen de controller en de BL-D40 worden doorgesneden, dan zal de stroboscoop herhaaldelijk knipperen, totdat het communicatie probleem is opgelost.
Programmatie In het hoofdstuk Programmeren, verwijst "code" naar een PIN code of Proximity kaart, afhankelijk van het apparaat dat u hebt. Bij het invoeren van een pincode of het presenteren van een Proximity kaart wordt vermeld, kan de betekenis verschillen tussen de units.
Pagina 42
Tabel 2 toont het programmatie menu, met fabrieksinstellingen codes en instellingen. Tabel 2: Programmatie menu Menu Beschrijving Standaard Sectie 4 cijfers 5 cijfers 6 cijfers 4-8 cijfers Wijzigen Openingscode 2580 25802 258025 25802580 Wijzigen Auxiliaire code 0852 08520 085208 08520852 Wijzigen Programmatiecode 1234 12341...
Pagina 43
niet gevonden. Programmeren van Proximity kaarten, 5.12 PIN of beide Wissen van Proximity kaarten of PIN 5.13 codes Code toekennen aan Auxiliaire relais. 5.14 Terugkeren naar de 5.15 fabrieksinstellingen/Lengte PIN wijzigen AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding...
5.1.1 Programmatie mode De controller moet zich in Normal mode bevinden om naar programmatiemode te kunnen overschakelen. De standaard 4cijferige programmatie code standaard geprogrammeerd in de fabriek is 1234. Indien de programmatiecode niet binnen de 5 seconden ingebracht werd keer de controller terug naar zijn Normal Mode.
Om de programmatiemode te verlaten: 1. Druk tweemaal binnen de 0.5 seconden op de # toets. Mode U hoort drie piepjes. Deur Groen De Deur LED dooft. De Mode LED wordt groen. Het bovenstaande geeft aan dat de controller is teruggekeerd naar de "Normal"...
Bij foutieve ingave hoort u een lange piep en de controller keert terug naar de ‘’Normal’’ mode. De code 0000 wist en deactiveert de openingscode. Om de openingscode te wijzigen: 1. Ga in programmatie mode. Mode Deur Groen 2.
systeem geprogrammeerd werden in de fabriek worden niet automatisch verwijderd. De Auxiliaire code werkt niet in Secure mode. De Auxiliaire code werkt enkel wanneer de Auxiliaire mode 0, 1, 8 of 9 is. . Bij foutieve ingaven hoort u een lange piep en de controller keert terug naar de ‘’Normal’’...
Pagina 48
naar Normal mode Om de programmatiecode te wijzigen : 1. Ga in programmatiemode. Mode Deur Groen 2. Druk op toets 3 om Menu 3 te betreden De Mode LED wordt groen. Mode Deur Groen Groen 3. Breng de nieuwe programmatiecode in. U hoort 3 piepen.
Pagina 49
De Mode LED knippert rood. Mode Deur Rood Groen 3. Breng een nieuwe Normal/Secure code U hoort drie piepen. Mode Deur Groen Het systeem keert terug naar de ‘’Normal’’ mode. Wijzigen Normal/Bypass Code De Normal/Bypass code wordt ook gebruikt om de deurbel in- of uitschakelen.
U hebt vier verschillende mogelijkheden om de Normal/Bypass en de deurbel code te programmeren: Hiermee schakelt u de bypass code en de deurbel. Voer code 0000 in. Hiermee kunt u de Bypass code deactiveren en de deurbel activeren. Voer code 0001 in.
Pagina 51
De configuratie van de sireneduur vereist de BL-D40 externe luidspreker. Om de functie failsafe/failsecure te configureren: 1. Ga in programmatiemode. Mode Deur Groen 2. Druk op toets 6 om Menu 6 te betreden. De Mode LED knippert groen. Mode Deur Groen Groen 3.
Pagina 52
Bijvoorbeeld 0512 geeft de failsecure werking weer met een sirenetijd van 5 minuten (5) en een ontgrendelingstijd van 12 seconden (12). U hoort drie piepen. Mode Deur Groen Het systeem keert terug naar de ‘’Normal’’ mode. Configuratie van de Auxiliaire Mode 5.8.1 Algemeen De standaard Auxiliaire mode is 2004.
Pagina 53
Tabel 3 biedt een snelle referentie lijst voor de Auxiliaire modi en instellingen Auxiliaire Mode Auxiliaire Configuratie De activering van de Auxiliaire relais afhankelijk van de code van de gebruikers(met uitzondering van de shunt die wordt geactiveerd door alle gebruikers). Voor meer informatie, zie paragraaf 5.14 AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding...
Pagina 54
Auxiliaire Mode Naast het vergrendelingsrelais (deuropener relais) en de drukknop (REX) bieden de functionaliteiten van de controller een relais voor een uitgang en een Auxiliaire ingang. Deze functie wordt door de extra functie te selecteren ingesteld (0-9). De Auxiliaire mode bepaalt ook of de extra uitgang relais is ingesteld voor een failsafe of failsecure werking.
Pagina 55
Tabel 3: Snelgids voor het configureren van de Auxiliaire mode Auxiliaire Auxiliaire Auxiliaire uitgang Auxiliaire Auxiliaire configuratie (seconden) ingang functie geactiveerd door Relais Mode AUX REX Geldige code OF N.O. Van 01 tot 99, Ontgrendelingstijd van het Auxiliaire Auxiliaire REX relais.
Pagina 56
Switch Deur monitoring Shunt N.C. Van 01 tot 99 duur van de Shunt Deur monitoring Deur geforceerd N.C. Van 01 tot 99 duur van de ‘’Deur geforceerd ‘’ Deur monitoring Deur te lang geopend N.C. Van 01 tot 99 Duur van ‘’Deur te lang geopend’’ (Ajar) LED controle –...
Pagina 57
5.8.2 Gedetailleerde handleiding Dit hoofdstuk geeft een korte beschrijving van elke Auxiliaire modus. Om de functionaliteit elke modus te configureren, zie hoofdstuk 5.8.1. 5.8.2.1 Auxiliaire Mode 0 Auxiliaire ingang functie: Activeert de Auxiliaire uitgang Auxiliaire uitgang geactiveerd door: Geldige gebruikerscode, Auxiliaire code, Auxiliaire ingang.
Pagina 58
het slot van de tweede deur. De Exit drukknop (REX) functie werkt niet voor de tweede deur in deze mode. De Auxiliaire instelling definieert de deur ontgrendelingstijd voor de tweede deur. De AUX-ingang kan de werking van de controller schakelen tussen Normal/Secure modus. Door het aansluiten van een switch timer of alarmsysteem uitgang met de AUX-ingang, kan de controller automatisch worden omgeschakeld van Normal modus (tijdens kantooruren) naar Secure mode (na de...
Pagina 59
Auxiliaire uitgang geactiveerd door: Alarmen Bijvoorbeeld in Auxiliaire Mode 3, wordt de Auxiliaire uitgang geactiveerd indien er geknoeid werd met de controller; Dat wil zeggen, als de behuizing geforceerd wordt verwijderd van de muur. De AUX-ingang kan de werkwijze van de controller schakelen tussen Normal/Secure modus.
Pagina 60
5.8.2.6 Auxiliaire Mode 5 Auxiliaire ingang functie: Deur Monitoring Auxiliaire uitgang geactiveerd door: Shunt (Uitleg hieronder) Bijvoorbeeld in Auxiliaire Mode 5, is de controller in staat om een alarm systeem te shunten. In deze modus, moet de Aux-ingang aangesloten worden op het magneetcontact van de deur. Het Auxiliaire relais wordt aangesloten op het alarmsysteem.
Pagina 61
hulprelais moet worden aangesloten op het alarmsysteem. Als de deur geforceerd geopend wordt, wacht de controller tot de geforceerd geopend periode verlopen is alvorens de Auxiliaire relais te activeren. De vertragingstijd voor deur geforceerd geopend worden geconfigureerd in de Auxiliaire instellingen. 5.8.2.8 Auxiliaire Mode 7 Auxiliaire ingang functie: Deur monitoring Auxiliaire uitgang geactiveerd door: Deur te lang geopend (Ajar)
Pagina 62
Auxiliaire uitgang geactiveerd door: Geldige gebruikerscode, Auxiliaire code Bijvoorbeeld, in Auxiliaire Mode 8, kan de controller functioneren als een tweedeurs controller en levert hij ook indicator functionaliteit controle. Het Auxiliaire relais is verbonden met het slot van de tweede deur. De Auxiliaire instelling definieert de deur open tijd voor de tweede deur.
voor de tweede deur. De Aux-ingang wordt gebruikt om de indicator te controleren. Als de Auxiliaire ingang open is, dan knippert de deur indicator rood, als de Auxiliaire ingang gesloten is, dan knippert de deur indicator LED groen. Deze modus neemt de controle van de Deur indicator LED. De indicator LED brandt niet wanneer: ...
Om de functie van de verwarming te definiëren: 1. Ga in programmatiemode. Mode Deur Groen 2. Druk op toets 6 om Menu 6 te betreden De Mode LED knippert groen. Mode Deur Groen Groen 3. Maak een code aan door het volgen van volgende instructies : Om de verwarming te deactiveren, moet het vierde cijfer 0 zijn.
De standaard instelling voor het vergrendelen is 4000 (Vergrendelen gedeactiveerd). Het gebruik van de vergrendelingsfunctie wordt sterk aanbevolen, vooral als u PIN code vrij kort is (4 of 5 cijfers) ). Om de vergrendelingsfunctie te definiëren: 1. Ga in programmatiemode. Mode Deur Groen...
Pagina 66
De controller laat toe om de manier waarop Achtergrondverlichting van de unit te definiëren, evenals de Mode en Deur LED werking. Om de werking van de LEDS en de Achtergrondverlichting te definiëren: 1. Entrer dans le mode programmation. Mode Deur Groen 2.
Pagina 67
Het eerste cijfer MOET 5 zijn (Achtergrondverlichting en de LED opties). Het tweede cijfer moet een waarde hebben tussen 0 en 3 afhankelijk van het type activatie. Optie 0 – LED indicatoren actief zonder achtergrondverlichting. Optie 1 – LED indicatoren activeren met ...
5.12 Programmeren van Codes 5.12.1 Definiëren van de primaire code De primaire codes kunnen enkele geprogrammeerd worden wanneer het gebruiker slot leeg is en wanneer er zich geen primaire code in het geheugen van de controller bevindt. De primaire code moet uniek zijn, iedere gebruiker moet zijn ...
Pagina 69
De gebruikers die een secondaire code bezitten mogen de lokalen altijd betreden, ongeacht de mode van de controller. Een secondaire code moet verschillend zijn van de primaire code van de gebruiker. 5.12.3 Registratie methode voor primaire en secondaire codes Er bestaan twee verschillende methodes voor het registreren van primaire en secondaire codes: De standaard methode en de Zoeken code methode.
5.12.4 Standaard methode voor het programmeren van codes Om codes te programmeren via de standaard methode: 1. Ga in programmatiemode. Mode Deur Groen 2. Druk op toets 7 om Menu 7 te betreden. De Mode LED knippert Oranje. Mode Deur Oranje 3.
Pagina 71
Indien het geselecteerde slot al een Mode Deur Rood Oranje primaire code bezit, maar nog geen secondaire code, dan knippert de mode LED rood, weergevend dat de controller klaar is om een secondaire code te aanvaarden. Indien het slot al een primaire en secondaire code bezit, hoort ...
5.12.5 Zoekmethode voor het programmeren van codes De zoekmethode biedt laat toe om op een snelle manier een secondaire code te programmeren waarvan de primaire code gekend is het slotnummer onbekend is. Om te programmeren via de zoekmethode: 1. Ga in programmatie mode. Mode Deur Groen...
6. Toekennen van de secondaire code. Indien de secondaire code geldig is, hoort u drie piepen en de controller keert terug naar de Normal mode. Indien de secondaire code niet correct is , hoort u een lange piep en de controller wacht achter een geldige secondaire code.
3. Breng het slot nummer in (3 cijfers) dat gewist moet worden. De Mode LED knippert Rood om weer te Mode Deur Rood Oranje geven dat hij wacht op de programmatiecode om het wissen van de code te bevestigen. Indien het gebruikerslot leeg is, dan hoort u een lange piep en de controller keert terug naar zijn Normal mode.
Pagina 75
De Deur LED knippert oranje. Mode Deur Rood Oranje De controller wacht nu op de primaire code van de gebruiker om te wissen. 4. Breng de primaire code in om te wissen. Mode Deur Rood Oranje De Mode LED knippert oranje. 5.
Pagina 76
5.14 Relais code toewijzing Wanneer een primaire code is geprogrammeerd voor elke gebruiker, is de gebruiker bevoegd om het relais voor het slot te activeren. Echter, kunnen andere gebruikerscodes worden geprogrammeerd om de Auxiliaire relais te gebruiken of om zowel het eerste relais en de Auxiliaire relais te gebruiken.
Pagina 77
4. Voer het cijfer voor het toewijzen in voor de huidige gebruikersslot: 1 activeert enkel het standaard slot (relais 1). 2 activeert enkel de Auxiliaire relais (relais 2) 3 activeert zowel het standaard relais als het Auxiliaire relais. ...
3. Voer 000 voor de toegang tot gebruikersslot De Deur LED knippert Oranje. Mode Deur Groen Oranje De controller wacht nu op de primaire code van de gebruiker. 4. Breng de Primaire code in van de gebruiker. De Mode LED knippert groen. Mode Deur Groen Oranje...
Pagina 79
5.15 Wijzigen van de PIN Lengte/Fabrieksinstellingen Je moet heel voorzichtig zijn voordat u dit commando uitvoerd! Het wijzigen van de PIN lengte wist eveneens de volledige inhoud van het geheugen, inclusief alle gebruikers en speciale codes, alle codes keren terug naar hun fabrieksinstelling.
Bij het kiezen van de optie 4 -8, moet u opletten dat u ofwel nullen zet voor de code, ofwel na het inbrengen van de code afsluit met # (bijvoorbeeld als uw code 12345 in, gebruikt u ofwel 00012345 ofwel 12345#).
3. Sluit de voeding terug aan, op de controller maar houd de Exit drukknop ingedrukt !!! 4. Laat de Exit drukknop los. 5. U hebt nu 15 seconden om een nieuwe programmatiecode aan te maken. U moet eerst de standaard programmatiecode ingeven (1234) voordat de controller terugkeert naar zijn bestaande programmatiecode.
Pagina 82
6. Eenmaal in de Normal mode, gaat u in programmatiemode om een nieuwe Normal/secure code te programmeren. 7. De standaard code is afhankelijk van de lengte van de geselecteerde PIN code (zie tabel 2). AC-Q4x Familie - Installatie en Programmatie handleiding...
Garantie Garantie De volledige verklaring van beperkte ROSSLARE garantie is beschikbaar in de sectie snelle Linken op de site van ROSSLARE: www.rosslaresecurity.com Rosslare beschouwt het gebruik van dit product als een overeenkomst over de veiligheidsmaatregelen, zelfs als u ze niet gelezen hebt.