Versterker instellen
De 851A kent een groot aantal geavanceerde instellingen waarmee de werking
van de versterker kan worden aangepast aan de wensen van de gebruiker. Aan de
ingangen kan een naam worden toegewezen, om de aangesloten bronapparatuur
aan te duiden. Bovendien kunnen de ingangen zo worden ingesteld dat het volume
van alle ingangen even hard klinkt.
Namen van bronnen wijzigen
Mode
Houd de relevante ingangsselectieknop vier seconden ingedrukt om de bronnaam
te wijzigen. Als u op ingang 1 bijvoorbeeld een cd-speler hebt aangesloten, geeft u
deze de naam 'CD', etc. U selecteert letters door met de volumeknop door de lijst
met tekens te bladeren. Druk op LEFT of RIGHT om het teken te selecteren dat u
wilt wijzigen. Met EXT CHAR kunt u een uitgebreide tekenset weergeven. Druk op
OK om uw keus te bevestigen en het menu te verlaten.
Configuratiemenu
Mode
Als u de knop 'Mode' ingedrukt houdt, gaat u naar het configuratiemenu van de 851A.
De menu-opties zijn Clip detector (Clipping-detectie), LCD brightness (Helderheid
display), Speaker short detector (Detectie luidsprekerkortsluiting), Input gain trim
(Ingangscompensatie), Volume ramp (Automatische volumeaanpassing), Volume
display (Volumeweergave), Front IR en Fixed input gain (Ingang met vast volume).
Om het configuratiemenu te verlaten, drukt u nogmaals op de knop 'Mode'.
Clipping- en luidsprekerkortsluitingsdetectie
Mode
Zie het hoofdstuk 'CAP5' in deze handleiding voor meer informatie over de
detectiefuncties voor clipping en luidsprekerkortsluiting van de 851A; beide
functies kunnen worden ingeschakeld (standaard) of uitgeschakeld.
Helderheid display
Mode
Druk in het configuratiemenu op de LCD-selectieknop om de achtergrondverlichting
van de display op het voorpaneel in te stellen op Helder (Bright), Gedimd (Dim) of
Uit (Of). Druk op de knop 'Mode' om de modus te sluiten.
Automatische volumeaanpassing
Mode
De 851A brengt het volume automatisch omlaag wanneer de stand-by modus wordt
geactiveerd en omhoog wanneer de stand-by modus wordt uitgeschakeld. Als u de
functie wilt uitschakelen, drukt u in het configuratiemenu op de selectieknop VOL
RAMP en zet u de functie uit. Druk op de knop 'Mode' om de modus te sluiten.
70
Volumeweergave
Mode
Om de volumeweergave van decibels (van -95 tot 0dB) te wijzigen in speciale volume-
eenheden (van 0 tot 96), selecteert u de optie VOL DB in het configuratiemenu.
Druk vervolgens op de selectieknop om de weergave in decibels uit te schakelen.
Druk op de knop 'Mode' om de modus te sluiten.
Volume
Front IR
Mode
Bij gebruikt in combinatie met Aangepaste Installatie (C.I.)-systemen of IR-
herhalingssystemen kan het wenselijk zijn om de IR-regeling op het voorpaneel uit
te schakelen door FRONT IR uit te zetten (druk hiertoe op de ingangsselectieknop).
Druk op de knop 'Mode' om de modus te sluiten.
Ingangscompensatie
Volume
Mode
De relatieve volumeniveaus van de ingangen kunnen worden aangepast met
de functie Input gain trim (Ingangscompensatie). Hiermee kunt u de niveaus zo
aanpassen dat het gemiddelde geluidsniveau voor alle ingangen gelijk is. Kies de
bron met het luidste volume en verlaag het volume tot het volgens uw waarneming
overeenkomt met het gemiddelde niveau van de andere bronnen. Herhaal dit
proces voor de andere ingangen die te luid staan afgesteld.
Om voor elke bron de ingangscompensatie in te stellen, selecteert u de functie
INP TRIM in het configuratiemenu. Selecteer de gewenste ingang en gebruikt de
volumeknop om de compensatie in te stellen op een waarde tussen 0 en -12 dB
Volume
(het beschikbare bereik is beperkt indien het volume zeer laag is ingesteld). Druk
op de knop 'Mode' om de modus te sluiten.
Volume
Volume
Volume
Volume
Volume