INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Let op: Dit toestel mag uitsluitend met het door DRU
geleverde afvoermateriaal ø150/ø80 geïnstalleerd worden.
Dit is samen met het toestel gekeurd en voldoet hiermee
aan alle eisen.Voor afwijkend installatiemateriaal kan DRU
de goede en veilige werking niet garanderen
Voorbereidingen voor het plaatsen van het
in- en uitlaatsysteem
• Maak een keuze uit de aansluitmogelijkheden volgens fig. 4.
• Bouw de concentrische pijpen op vanaf het toestel. Als
door bouwkundige omstandigheden eerst een gedeelte
van het concentrische pijpensysteem wordt ingebouwd let
dan speciaal op de juiste montagewijze.
• Het toestel begint met een contradeel. Hierop de eerste
meter pijp plaatsen. Bij een goede montage is van bovenaf
gezien de blauwe rubber afdichtring in de pijp te zien.
• Houdt een minimale afstand aan van 5 centimeter tussen
de buitenkant van de concentrische pijpen en wand of
plafond.
Geveldoorvoer met concentrische pijpen
Let op dat bij de geveldoorvoer eerst 1,4 meter pijp
verticaal gemonteerd moet worden.
• Bepaal de plaats van het toestel en van de plaats van de
geveldoorvoer.
• Maak op de plaats van de geveldoorvoer een gat van
Ø160 mm.
• Sluit nu één of meerdere concentrische pijpen verticaal
aan op de uitmonding van het toestel. Druk deze aan en
breng de klemband(en) aan. De blauwe rubber ring zorgt
voor voldoende afdichting van het verbrandingsgas
afvoersysteem.
• Plaats hierop de bocht en eventuele horizontale
concentrische pijpen en maak deze ook gasdicht.
• Sluit de geveldoorvoer aan op de bocht of horizontale
pijplengte en zorg dat deze ook gasdicht wordt afgesloten.
Dakdoorvoer met concentrische pijpen
Een dakdoorvoer kan op elk punt van het dak uitmonden,
eventueel met een versleping naar de nok. De
dakdoorvoer wordt afhankelijk van één van bovenstaande
mogelijkheden geleverd met een plakplaat voor een plat
dak of een universeel verstelbare pan voor een schuin dak.
• Bepaal de plaats van het toestel en van de plaats van de
dakdoorvoer.
• Maak op de plaats van de dakdoorvoer een gat van Ø160
mm.
• Sluit nu de concentrische pijpen verticaal aan op de
uitmonding van het toestel. Druk deze aan en breng de
klemband aan. De blauwe rubber ring zorgt voor
voldoende afdichting van het verbrandingsgas
afvoersysteem.
• Bepaal de lengte van de benodigde pijpen en zorg ervoor
dat de plakplaat of de universele pan goed aansluit op het
dak.
• Zaag de buitenpijp af op de juiste lengte.
• Sluit de dakdoorvoer aan op de concentrische pijpen.
Let op: u kunt ook eerst de concentrische pijpen
aanbrengen alvorens het toestel te plaatsen. U dient dan
de aansluiting op de uitmonding van het toestel te maken
met een inkortbare pijp.
Bestaande schoorsteen
Het is ook mogelijk om de het toestel op een bestaande
schoorsteen aan te sluiten. Hiervoor wordt door DRU een
speciale schoorsteen aansluitset geleverd. Daarin vindt u
ook een installatievoorschrift voor deze aansluitset.
Bij aansluiting op een bestaande schoorsteen moeten
gelden de volgende punten:
• De schoorsteen moet minimaal ø 150mm zijn.
• De totale lengte mag niet meer zijn dan 12 m en niet
meer dan 4 m horizontaal.
• De schoorsteen dient voor de installatie goed gereinigd te
worden.
Instellingen restrictieschuif
33
Om een goede werking van het toestel te
27
waarborgen dient men enkele handelingen
te verrichten zodat het toestel optimaal wordt
afgesteld op het klantspecifieke pijpensysteem.
38c-1068
fig. 5
39
Bij dakdoorvoer:
Restrictieschuif instellen.
De restrictieschuif wordt los meegeleverd en moet in het
toestel worden geplaatst zoals aangegeven in fig. 6.
Met behulp van de bijgeleverde afstelmal (fig. 5) kan de
schuif op de juiste maat afgesteld worden. Na het afstellen
kan de restrictieschuif vastgezet worden met de inbusbout.
De te verrichten handelingen zijn:
• Restrictieschuif instellen bij de berekende totale lengte van
het pijpensysteem 1 tot 12 m, (plaatje 1,2 & 3).
1 tot 3 m:
restrictieschuif op 33 mm
4 tot 8 m:
restrictieschuif op 27 mm
9 tot 12 m:
restrictieschuif op 23 mm
Schuif de restrictieschuif in totdat deze niet verder kan, de
opening is dan automatisch 23 mm.
Let op: De maximale verticale pijplengte is 12 meter.
4
Restrictieschuif
fig. 6