Elektrische aansluiting
•
De aansluiting continu stroom +12V (4) moet met een kabel worden verbonden die ook bij uitgeschakeld contact
permanent 12V levert (klem 30 van het boordnet). Deze aansluiting wordt gebruikt voor het opslaan van de
gebruikersinstellingen, de tijd, enz.
•
De antennestuuruitgang (5) levert bij ingeschakeld apparaat een spanning van +12V. Deze leiding kan voor de
stroomverzorging van een elektrische antenne, een versterkerantenne en voor de inschakelspanning van een
autoversterker worden gebruikt.
Verbind deze aansluiting met het rode stroomsnoer van de meegeleverde DAB-antenne.
•
De aansluiting contact +12V (7) moet met een kabel worden verbonden die alleen bij ingeschakeld contact +12V
levert (klem 15 van het boordnet).
Klem deze aansluiting niet op continu stroom omdat anders bij een langere standtijd van het voertuig
de accu leeg kan raken.
•
De aansluiting massa (8) wordt met de carrosserie van de auto verbonden.
Verbind deze aansluiting eveneens met het zwarte aansluitsnoer van de meegeleverde DAB-antenne.
Vanwege de steeds vaker toegepaste lijmtechniek resp. gelakte metalen onderdelen wordt het
elektrische geleidingsvermogen verminderd. Daarom is niet ieder metalen onderdeel geschikt als
massapunt.
Aansluiting van de UKW-antenne
•
Verbind de antennestekker van uw voertuig met de antennebus ANT achteraan het apparaat.
•
Als uw voertuig is uitgerust met een andere antennestekker dan dient u een passende adapter te gebruiken die
in een speciaalzaak verkrijgbaar is.
Aansluiting van de DAB-antenne
•
Verbind de antennestekker van de meegeleverde DAB-antenne met de goudgekleurde schroefaansluiting aan
de achterzijde van het apparaat.
•
Verbind het rode stroomsnoer van de DAB-antenne met de antennesturingsuitgang (5) van het ISO-stekkersysteem.
•
Verbind het zwarte stroomsnoer van de DAB-antenne met de massa-aansluiting (8) van de autoradio of met de
voertuigmassa.
130
All manuals and user guides at all-guides.com
Gebruiksaanwijzing
Nederlands