Bedrijfsmodus en temperatuur instellen
1.
Toets
meerdere keren indrukken om de
gewenste bedrijfsmodus te selecteren. De
selectie verschijnt in het display van de infra-
rood afstandsbediening.
2.
In de bedrijfsmodi "Automatisch", "Koelen",
"Ontvochtigen" of "Verwarmen" kan met de
pijltoetsen
en
in stappen van 1 °C worden ingesteld.
De temperatuur kan in de bedrijfsmodus "Lucht-
circulatie" niet worden ingesteld!
Ventilatorsnelheid instellen
1.
Via de infrarood afstandsbediening kan in de
standaard instelling de ventilatorsnelheid in 7
niveaus worden ingesteld.
A
B
A: Laag
B: Middel
C: Hoog
2.
Optioneel kan de infrarode afstandsbedie-
ning dusdanig worden geprogrammeerd (zie
hoofdst....) dat alleen de instelling van 3 ven-
tilatorniveaus mogelijk is:
A
A: Laag
B: Middel
C: Hoog
de gewenste temperatuur
C
B
C
Luchtuitlaatlamel individueel instellen
1.
Met de toets
kan de luchtuitlaatlamel in
5 verschillende posities bewegen.
2.
De lamelinstelling wijzigt per druk op de toets
met ca. 6°. Als het apparaat is uitgeschakeld,
heeft de toets geen functie. Bij het inscha-
kelen van het apparaat zal de luchtuitlaat-
lamel in de vaste positie worden teruggezet.
Deze functie is alleen beschikbaar bij apparaten
met een verticale luchtuitlaatlamel!
Luchtuitlaatlamel met de swing-functie
gebruiken
1.
Zodra het apparaat is ingeschakeld, kan met
de toets
de swing-functie worden geac-
tiveerd. In het display van de afstandsbedie-
ning verschijnt gedurende 15 seconden het
symbool
2.
Als de "Swing"-functie actief is, kunt u door
nogmaals op de knop te drukken.
weer deactiveren.
deze
15