Als de elektrische installatie van uw woning
•
een aanpassing vereist voor de aansluiting van
uw toestel, doe dan een beroep op een
gekwalificeerd elektricien.
Bij een vaste installatie moet de aansluiting op
•
het
netwerk
schakelaar met een meerpolige onderbreker, die
een volledige onderbreking garandeert in geval
van overspanning van categorie III.
Sluit het toestel niet aan op een stopcontact
•
dat niet is beschermd tegen overbelasting
(zekering).
Gebruik
•
verlengsnoeren om het toestel aan te sluiten.
Dit toestel is niet bedoeld om te worden
•
bediend door middel van een externe timer of
door
afstandsbedieningssysteem
inrichting die het toestel automatisch onder
spanning zet.
Instructie voor de aarding: dit toestel moet
•
worden geaard. In geval van een slechte werking
of een stroomstoring, beperkt de aarding het
risico op een elektrische schok door een toegang
te verstrekken aan de elektrische stroom met de
minste weerstand. Dit toestel is of moet worden
voorzien
aardingsgeleider en een stopcontact met aarding.
worden
nooit
een
van
een
uitgevoerd
stekkerblokken
of
snoer
5
via
afzonderlijk
een
andere
met
een
of
een