Laserpointer in- of uitschakelen
De laserpointer is vanuit de fabriek uitgeschakeld.
Gevaar
Houd er rekening mee dat bij een ingeschakelde laser
de laserpointer gaat branden, zodra u op de meet-
toets (6) drukt of zodra u de permanente meting
activeert.
Waarschuwing voor laserstralen
Klasse 2 laserstraling.
Klasse 2 lasers stralen alleen binnen het zichtbare
bereik en geven bij puntbedrijf (langer aanhoudende
straal) maximaal 1 milliwatt (mW) vermogen af. Bij
langer direct in de laserstraal kijken (meer dan
0,25 seconden) kan netvliesschade ontstaan.
Voorkom direct in de laserstraal kijken. Kijk niet met
optische hulpmiddelen in de laserstraal. Onderdruk het
reflexmatig sluiten van de oogleden bij het onbedoeld
in de laserstraal kijken niet. Richt de laserstraal niet op
mensen of dieren.
1. Druk op de laser-toets (4), als het apparaat is in gebruik is.
ð De indicatie laser (19) verschijnt op het display (1).
ð De laserpointer is ingeschakeld.
2. Druk opnieuw op de laser-toets (4), als u de laserpointer
wilt uitschakelen.
ð De indicatie laser (19) wordt niet meer op het display
weergegeven.
ð De laserpointer is uitgeschakeld en onthoudt de
gekozen instellingen.
De displayverlichting in- of uitschakelen
De displayverlichting is vanuit de fabriek uitgeschakeld en kan
door het drukken op de licht-toets (2) indien nodig worden in- of
uitgeschakeld. Hierbij moet het apparaat in gebruik zijn.
Het apparaat onthoudt de gekozen instelling bij het
uitschakelen.
Meer instelmogelijkheden
1. Met de MODUS-toets (3) komt u bij de uitgebreide
instelmodus. Hier kunnen o.a. de alarmdrempel of de
eenheid voor de temperatuur worden gekozen.
2. Activeren het apparaat door het drukken op de meet-
toets (6). Druk meerdere keren op de MODUS-toets (3), om
bij de gewenste instelling te komen:
8
Aantal Menuoptie
1x
Emissiegraad
instellen
2x
Temperatuuree
nheid instellen
3x
Maximale, -
resp. minimale
waarde
activeren
4x
Permanente
meting
activeren
5x
Bovenste
alarmdrempel
activeren/
deactiveren
6x
Bovenste
alarmwaarde
invoeren
7x
Onderste
alarmdrempel
activeren/
deactiveren
8x
Onderste
alarmwaarde
invoeren
pyrometer BP21
Beschrijving
Meer informatie over de
emissiegraad kunt u vinden in het
hoofdstuk "Informatie over het
apparaat".
De meetwaarde kan worden
weergegeven in °C of °F.
Op basis van de keuze, wordt alleen
de hoogste of de laagste gemeten
waarde weergegeven.
Op het display knippert het symbool
voor de permanente meting (20).
Door het drukken op de laser-toets
(4) (hoger) en de licht-toets (2)
(lager), kan de permanente meting
worden geactiveerd (ON), resp.
gedeactiveerd (OFF). De gewenste
instellingen uitvoeren en druk daarna
op de meet-toets (6) voor het
activeren hiervan. Bij een
geactiveerde permanente meting,
kan met de laser-toets (4) (hoger) en
de licht-toets (2) (lager) de
emissiegraad worden aangepast aan
wisselende ondergronden. Daarom is
het in- en uitschakelen van de
achtergrondverlichting of de
laserstraal niet meer mogelijk. Kies
daarom de betreffende instelling voor
het activeren van de permanente
meting. Door het drukken op de
meet-toets (6) kan de permanente
meting weer worden gedeactiveerd.
Wordt de ingestelde, bovenste
alarmwaarde overschreden, klinkt
een alarm.
Hier kan de waarde voor de bovenste
alarmdrempel worden ingevoerd.
Wordt de ingestelde, onderste
alarmwaarde onderschreden, klinkt
een alarm.
Hier kan de waarde voor de onderste
alarmdrempel worden ingevoerd.
NL