Bijvoorbeeld: bij 3 melders in het systeem knippert de blauwe LED 3x; bij 4 melders
knippert de blauwe LED 4x, enz. enzovoorts. Er is een lange flits bij de tiende unit om
het tellen makkelijker te maken. Controleer of het aantal keren dat de blauwe LED
knippert, overeenkomt met het aantal melders dat u in de woning wilt koppelen. Klopt
het aantal niet, lees dan het hoofdstuk 'RF probleemoplossingen' hieronder.
8. U hebt nu alle melders geprogrammeerd. De melder blijft 30 minuten in de
huiscode programmeerstatus staan en gaan automatisch uit deze status. Indien u
wenst kunt u de melders sneller uit de huiscode programmeerstatus halen. Daartoe
drukt u op de huiscode programmeerknop van één van de melders en houdt deze
vast totdat de rode LED onafgebroken gaat branden. Laat de knop los, de rode
LED zal niet meer branden. Dit geeft aan dat de melders niet meer in de huiscode
programmeerstatus staat. Klik deze melder weer op de montageplaat.
Let op: wanneer een melder uit de huiscode programmeerstatus gehaald wordt,
wordt een signaal naar de andere melders gestuurd om deze ook uit de huiscode
programmeerstatus te halen. Controleer voor de zekerheid of de blauwe LED van
de andere melders ook niet meer knippert.
9. Test de RF gekoppelde melders door de test & hush-knop tot zo'n 20 seconden
in te drukken en controleer of alle andere melders tegelijkertijd in alarm gaan. Als
ze niet allemaal in alarm gaan, lees dan het hoofdstuk 'RF probleemoplossingen'
hieronder.
Extra RF melders kunnen op elk moment toegevoegd worden. Zet eenvoudig alle
melders weer in de huiscode programmeerstatus zoals hierboven beschreven is
(inclusief de nieuwe) en controleer het aantal keren dat de blauwe LED op elke
melder knippert. Dat moet overeenkomen met het aantal RF gekoppelde Ei rook-
en of hittemelders.
6