Schoonwatertank van het apparaat nemen.
Deksel van het schoonwaterreservoir
openen.
Mengsel water/reinigingsmiddel vullen.
Maximale temperatuur van de vloeistof
50 °C.
Deksel van het schoonwaterreservoir
sluiten.
Schoonwatertank in het apparaat plaat-
sen.
Netaansluiting opbouwen
Onderste kabelhaak naar boven zwen-
ken en kabel wegnemen.
Stroomkabel en stekker controleren op
beschadiging en breuk. Vervanging uit-
sluitend door de klantendienst of een
electricien laten uitvoeren.
Netstekker in het stopcontact steken.
Reinigen
GEVAAR
Verwondingsgevaar door elektrische schok
door een beschadigde stroomleiding.
Stroomleiding niet met de roterende bor-
stels in contact laten komen.
LET OP
Beschadigingsgevaar voor de vloerbedek-
king De reinigingsmethode voor sterke ver-
ontreiniging mag enkel bij een daarvoor ge-
schikte vloer toegepast worden.
Beschadigingsgevaar voor de verswater-
pomp bij droogloop door een leeg schoon-
waterreservoir. Observeer de niveau-indi-
catie en schakel bij een leeg schoonwater-
reservoir de schakelaar van de waterpomp
uit.
Normale verontreiniging
Pedaal Omhoog zetten zuigbalk in
stand „Afzuigen" brengen (afbeelding 3
- stand „1/ON", zie omslagpagina).
Ontgrendeling parkeerstand induwen
en greep naar achteren zwenken.
Hoofdschakelaar Borstel-/Zuigwerking
op „1" stellen.
Schakelaar Waterpomp inschakelen.
Apparaat over de te reinigen oppervlak-
te bewegen.
Sterke verontreiniging
LET OP
Beschadigingsgevaar voor de vloerbedek-
king De reinigingsmethode voor sterke ver-
ontreiniging mag enkel bij een daarvoor ge-
schikte vloer toegepast worden.
Pedaal Omhoog zetten zuigbalk in
stand „Niet afzuigen" brengen (afbeel-
ding 3 - stand „0/OFF", zie omslagpagi-
na) en reiniging uitvoeren zoals bij nor-
male verontreiniging. De reinigings-
vloeistof blijft op het te reinigen opper-
vlak en heeft tijd om in te werken.
Pedaal Omhoog zetten zuigbalk in
stand „Afzuigen" brengen en nogmaals
over het te reinigen oppervlak rijden.
Zuigen in hoeken (alleen BR 30/4 C Adv)
Zuigbuis aan de greep naar boven uit-
trekken, zuigkop erop steken en vuil op-
zuigen.
Sproeier verwijderen, zuigbuis opnieuw
aanbrengen en greep laten vastklikken.
Reiniging beëindigen
Schakelaar waterpomp uitschakelen.
Apparaat nog een eindje verderschui-
ven om het resterende water op te zui-
gen.
Hoofdschakelaar Borstel-/Zuigwerking
op „0" stellen.
Greep naar voren zwenken en in de
parkeerstand laten vastklikken.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Vuilwatertank legen
Instructie:
Bij volle vuilwatertank sluit de vlotter het
zuigkanaal af. De afzuiging wordt onder-
broken. Maak het vuilwaterreservoir leeg.
WAARSCHUWING
Lokale voorschriften inzake de behande-
ling van afvalwater in acht nemen.
Apparaat uitschakelen.
Apparaat rechtzetten en in de parkeer-
stand laten vastklikken.
Schoonwatertank van het apparaat ne-
men.
– 3
NL
41