Nadat de kookplaat is ingeschakeld en de pan op de gekozen zone is gezet, stelt u het vermogensniveau in met de toets +. Bij de inschakeling wordt op het
display het niveau 0 aangegeven. Iedere kookzone heeft diverse vermogensniveaus die ingesteld kunnen worden met de +/- toetsen, die van "1": minimaal
vermogen tot "9": maximaal vermogen lopen. Sommige kookzones hebben een snelkookfunctie (Booster), dit wordt op het display aangegeven met de letter "P".
Snelkookfunctie (Booster)
Deze functie is slechts op enkele kookzones aanwezig en maakt het mogelijk het vermogen van de plaat optimaal te benutten (bijvoorbeeld om snel water aan
de kook te brengen). Om de functie te activeren drukt u op de toets "+" tot er op de display een "P" wordt weergegeven, of drukt u, na de kookplaat te hebben
ingeschakeld, rechtstreeks op de toets "-" die hoort bij de geselecteerde zone. Ook in dit geval verschijnt de letter "P" op de display. Nadat de boosterfunctie
10 minuten gebruikt is, stelt het apparaat de zone automatisch in op niveau 9.
Uitschakeling kookzones
Selecteer de kookzone die u uit wilt schakelen door op de toets "+" of "-" te drukken (het puntje van het vermogensniveau wordt rechtsonder op het display
weergegeven). Druk op de toets "-" tot het niveau "0" is.
Het is ook mogelijk de kookzone uit te schakelen door tegelijkertijd op de toetsen "+" en "-" te drukken. De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmte-
indicator "H" verschijnt.
Blokkeren van het bedieningspaneel
De functie blokkeert de bedieningen van de kookplaat om te voorkomen dat deze per ongeluk door kinderen in werking kan worden gesteld. Om de blokkering
van het bedieningspaneel te activeren schakelt u de kookplaat in en houdt u de toets
onder het symbool van de sleutel geven aan dat de beveiling geactiveerd is. Het bedieningspaneel is geblokkeerd, met uitzondering van de uitschakelfunctie.
Om de blokkering van de bedieningen uit te schakelen herhaalt u de activeringsprocedure. Het lichtpuntje gaat uit en de kookplaat is weer actief.
De aanwezigheid van water dat gebruikt is om de plaat schoon te maken, vloeistof die overgekookt is uit de pannen of voorwerpen die op de toets onder het
symbool worden gezet, kunnen ertoe leiden dat de blokkering van het bedieningspaneel onbedoeld in- of uitgeschakeld wordt..
Timer
De timer is een tijdschakelaar die de mogelijkheid biedt om voor één kookzone een bereidingsduur in te stellen van maximaal 99 minuten
(1 uur en 39 minuten).
Selecteer de kookzone waarvoor u de timer wilt instellen (rechts onder de indicator van het vermogensniveau op het display verschijnt
een lichtpuntje), en stel vervolgens de gewenste tijd in met de toetsen "+" en "-" van de timerfunctie (zie de afbeelding hierboven). Enkele
seconden nadat u de toets voor het laatst heeft aangeraakt, begint de timer met aftellen (het lichtpuntje voor selectie van de kookzone
begint te knipperen). Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld.
Om de timer te deactiveren, drukt u op de toets "-" tot het display "0:0" aangeeft of drukt u de toetsen "+" en "-" van de timer tegelijkertijd in.
Belangrijk: De timer kan slechts aan één kookzone tegelijk worden toegewezen.
Kookwekker
De kookwekker kan worden gebruikt als de kookplaat niet in werking is. Er kan een duur van maximaal 99 min. mee worden ingesteld.
Druk op de toets "+" onder de indicatielampjes van de timer: op het display verschijnen de minuten om in te stellen.
Selecteer de gewenste tijd met de toetsen + en -.
Na enkele seconden klinkt een geluidssignaal en begint het aftellen van de tijd.
Belangrijk: De kookwekkerfunctie kan alleen gebruikt worden als het apparaat uitstaat. Bij inschakeling van de kookplaat wordt de kookwekkerfunctie geannuleerd.
Waarschuwingen van het bedieningspaneel
Restwarmte-indicator
De kookplaat heeft voor iedere kookzone een restwarmte-indicator. Deze indicator signaleert welke kookzones nog warm zijn.
Als op het display
mogelijk een gerecht warm te houden of boter te laten smelten.
Wanneer de kookzone afkoelt, gaat het display uit.
Indicator 'verkeerde pan of geen pan'
De kookplaat is voorzien van een automatisch systeem voor detectie van de aanwezigheid van de pannen, op alle kookzones. Als er geen
pan wordt gedetecteerd, knippert het display met het vermogensniveau van de kookzone. Controleer of de pan correct op de zone gezet
is en beschikt over de eigenschappen die zijn toegelicht in de paragraaf "voordat u de kookplaat in gebruik neemt".
wordt weergegeven, is de kookzone nog warm. Als deze signalering voor de zone wordt gegeven is het bijvoorbeeld
drie seconden ingedrukt. Een geluidssignaal en een lichtindicator
NL 17