Download Print deze pagina

Jola SM Ex Series Gebruiks- En Onderhoudsaanwijzing pagina 6

Advertenties

Montage-, gebruiks- en onderhoudsaanwijzing
voor Jola-vlotterschakelaar
SM/..../..../../Ex-..
richtlijnen en specifieke omstandigheden die betrekking hebben op de
explosiebeveiliging, te informeren en dienovereenkomstig te handelen.
In door gas explosiegevaarlijke zones moet de gehele installatie van de
vlotterschakelaars SM/..../..../../Ex-... in ieder geval overeenkomstig de norm
EN 60079-14 plaatsvinden. resp. van de opvolgende norm.
De gele DIN A 5 - brochure "Gebruikerinformaties/Gebruiksaanwijzing met montage-,
gebruiks- en onderhoudsvoorschriften voor het product..." moet in ieder geval volledig
worden gelezen en nageleefd. Mocht deze niet bij de levering zijn gevoegd of zijn
weggeraakt, dan moet deze in ieder geval bij Jola worden aangevraagd.
7. Montage
Montage van de in horizontale positie werkende vlotterschakelaar:
Zonder montageflens geleverde vlotterschakelaar:
Eerst de splitpen van de vlotterschacht verwijderen en de vlotter eraf schroeven.
Vervolgens, na het aanbrengen van de dichting en het indraaien van de
inschroefnippel van de vlotterschakelaar in de reservoirmof G1 of in de G1-boring van
de betreffende montageflens, de aansluitkast correct positioneren, en wel zo dat het
etiket met het opschrift "OBEN" (boven) naar boven en de kabelinvoer naar beneden
gericht zijn. Ten behoeve hiervan moeten de beide in het tussenstuk tussen
aansluitkast en inschroefnippel gelegen schroeven enigszins worden losgedraaid –
echter niet worden verwijderd! – en na het instellen weer worden aangedraaid. Daarna
dient de vlotter er weer voorzichtig te worden opgeschroefd. en door de splitpen te
worden geborgd.
Als dichting dient een dichting G1 te worden gekozen, die tegen de te bewaken
vloeistoffen voldoende bestand is.
De door JOLA meegeleverde dichting is een standaarddichting die niet bij iedere
vloeistof mag worden gebruikt.
Met montageflens geleverde vlotterschakelaar:
De vlotterschakelaar wordt door middel van zijn aansluitflens aan een
dienovereenkomstige tegenflens bevestigd. De bevestiging kan via in de tegenflens
aanwezige staande bouten en dienovereenkomstige moeren of via
dienovereenkomstige schroeven en moeren geschieden. De moeren dienen met
behulp van passende, aan de toepassing aangepaste maatregelen te worden geborgd.
De moeren dienen regelmatig en stevig vast te worden aangedraaid.
Voor het bevestigen van de schroeven resp. moeren dient eventueel het deksel van de
aansluitkast te worden afgeschroefd. Hierbij dient erop te worden gelet dat er geen
vocht en geen vuil in het binnenste van de aansluitkast terechtkomt.
Als dichting dient een met de flensafmetingen overeenkomende dichting te worden
gekozen die tegen de te bewaken vloeistoffen voldoende bestand is.
De door Jola meegeleverde dichting is een standaarddichting die niet bij iedere
vloeistof mag worden toegepast.
De vlotterschakelaar moet in horizontale positie worden ingebouwd en gevestigd.
6/10
19-12-2013

Advertenties

loading