Toetsenindeling van de 200S Displaygedeelte Softkeys Stroomindicator Pijltoetsen: stel met de pijltoetsen OMHOOG/OMLAAG het schermcontrast in. Astoetsen Numeriek toetsenbord ENTER-toets Toets WISSEN Softkeys van de 200S Er zijn meerdere pagina's met softkeyfuncties die kunnen worden geselecteerd vanuit de werkstanden. Navigeer met de LINKER-/ RECHTERpijltoetsen [4] door iedere pagina.
Pagina 4
Softkeyfunctie (pagina 2) Softkey Opent het invoerscherm Nulpunt om het nulpunt pagina 27 voor iedere as in te stellen ( Opent het invoerscherm Voorinstellen. Via dit invoerscherm wordt een nominale positie ingesteld. pagina Dit is een Restwegfunctie (incrementeel) ( Hiermee wordt de huidige positie door twee gedeeld pagina 35 Druk hierop om de tabel Gatencirkel, Gatenreeks, pagina 37...
De uitlezing is nu gereed voor het instellen van de machineparameters. BELANGRIJK! Om te voorkomen dat instellingsparameters worden gewijzigd, dient u deze pagina uit het referentiehandboek te verwijderen, nadat de uitlezing de eerste keer is ingesteld. Bewaar deze informatie op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. 200S...
De digitale uitlezing 200S is leverbaar met een invoerscherm voor twee en drie assen. Alle afbeeldingen en omschrijvingen van functietoetsen in dit handboek zijn gebaseerd op de digitale uitlezing 200S met drie assen. Pictogrammen bij Opmerkingen Links naast iedere opmerking staat een pictogram om de operator duidelijk te maken welk type opmerking het hier betreft en/of de mogelijke ernst ervan.
Incrementele werkstukposities ................3 Hoekreferentie-as ....................4 Positie van de leeskop ..................... 4 Referentiemerken van encoder ................5 I - 2 Algemene bediening van de 200S Schermindeling ....................... 6 Algemene navigatie ....................7 Algemeen overzicht ....................7 Grafische positioneerhulp ................... 7 Help-scherm ......................
Pagina 12
Eenheden......................13 Schaalfactor ...................... 13 Spiegelen ......................14 Kantentaster (alleen voor frezen) ..............14 Diameter assen....................14 Uitvoer van meetwaarden ................15 Waarschuwing Bijna nul ................... 15 Instellingen van de statusbalk................15 Bewerkingsklok ....................15 Scheve ligging compenseren (alleen freesbewerkingen) ......... 16 Externe schakelaar....................
Pagina 13
II - 2 Data-interface Seriële poort ......................68 II - 3 Installatie en elektrische aansluitingen Installatie........................ 69 Elektrische eisen....................69 Omgevingscondities ..................69 Preventief onderhoud ..................69 II - 4 I/O-verbindingen Bedrading van de seriële communicatiekabel ............71 ........................ 71 Signaal 200S...
Pagina 14
II - 5 Gegevensuitvoer externe schakelaar Gegevensuitvoer met gebruikmaking van externe signalen ......72 Gegevensuitvoer met kantentaster ..............74 II - 6 Foutmeldingen ..........................77 II - 7 Afmetingen Afmetingen digitale uitlezing ................. 79...
I - 1 Basisprincipes van positie- aanduidingen Nulpunten De werkstuktekening geeft een bepaald punt op het werkstuk (bijv. een hoek) aan als het absolute nulpunt en eventueel een of meer andere punten als relatieve nulpunten. Bij het bepalen van het nulpunt worden deze punten als de oorsprong van het absolute of relatieve coördinatenstelsel vastgelegd.
Incrementele coördinaten van positie 3: IX = 10 mm IY = 5 mm IZ = 20 mm Wanneer u een werkstuk boort of freest volgens een werkstuktekening met incrementele coördinaten, verplaatst u het gereedschap volgens de waarde van de coördinaten. 200S...
- 270° ... positieve Y-as Positie van de leeskop De positie van de leeskop wordt teruggemeld aan de 200S die de beweging van de machine-assen omzet in elektrische signalen. De 200S evalueert deze signalen voortdurend en berekent de actuele posities van de machine-assen, die als een getal op het scherm worden getoond.
Position Trac (afstandsgecodeerde referentiemerken): Bij encoders met referentiemerken bevinden de referentiemerken zich op een bepaalde gecodeerde afstand van elkaar. De 200S kan dan met een willekeurig paar referentiemerken de vorige nulpunten herstellen. Bij deze configuratie hoeft de operator, wanneer de 200S opnieuw wordt ingeschakeld, het meetsysteem slechts minder dan vijf centimeter te verplaatsen om de nulpunten te herstellen.
11 Softkeylabels 12 Displaygedeelte 13 Waarschuwing Bijna nul (alleen in de werkstand Restweg) De 200S-uitlezing van ACU-RITE biedt u toepassingsspecifieke functies waarmee u de hoogste productiviteit met uw handbediende gereedschapsmachines kunt realiseren. Statusbalk - Hierin worden getoond: huidig nulpunt, gereedschap, aanzetsnelheid, tijd van de bewerkingsklok, maateenheid, status van de werkstand, pagina-aanduiding en nul/inst.
Wanneer u naar nul verplaatst (in de werkstand Restweg), toont de 200S een grafische positioneerhulp. De 200S toont de grafische positioneerhulp in een smalle rechthoekige balk onder de op dat moment actieve as. Twee driehoekjes in het midden van de balk geven de te benaderen nominale positie aan.
Help-scherm De online-bedieningsinstructies kunnen altijd worden geraadpleegd voor informatie en hulp in iedere situatie. Bedieningsinstructies oproepen: Druk op de softkey HELP. Er wordt informatie over de huidige bewerking weergegeven. Gebruik de pijltoetsen OMHOOG/OMLAAG als de informatie is verspreid over meer dan één schermpagina. Informatie over een ander onderwerp bekijken: Druk op de softkey ONDERW.
Foutmeldingen Indien er een fout optreedt terwijl u met de 200S werkt, verschijnt er een foutmelding op het display, waarin de oorzaak van de fout wordt verklaard. Zie "Foutmeldingen" op pagina 77.
Indien gewenst, kunt u later de toepassing wijzigen bij Systeeminstellingen onder Tellerinstellingen. De 200S is nu gereed voor de overige vereiste instellingen. Hij bevindt zich in de werkstand "Absoluut". Naast iedere actieve as knippert het symbool “REF”. In de volgende paragraaf "Evaluatie van referentiemerken"...
U kunt ook later nog referentiemerken passeren met de 200S. Bijvoorbeeld indien het nodig is om een nulpunt te definiëren dat na een stroomonderbreking kan worden hersteld. Druk op de softkey VRIJGAVE REF om de herstelprocedure voor de positie te activeren. Druk op de RECHTER-/LINKERpijltoets als de softkey niet op het huidige scherm wordt getoond.
Voor meer informatie, zie "Z-koppeling" op pagina 52. Instellen De 200S beschikt over twee menu's voor het instellen van bedrijfsparameters. Deze menu's zijn: Systeeminstellingen en Bewerking instellen. De parameters voor Bewerking instellen worden gebruikt om de specifieke bewerkingseisen voor elke bewerking in te stellen.
De instellingen voor de schaalfactor blijven behouden na het uitschakelen. Wanneer de schaalfactor een andere waarde heeft dan 1, wordt het schaalsymbool in de asweergave getoond. Met de softkey AAN/UIT kunt u de huidige schaalfactoren uitschakelen. 200S...
Spiegelen Bij een schaalfactor -1,00 ontstaat een spiegelbeeld van het onderdeel. U kunt gelijktijdig een onderdeel spiegelen en de schaal ervan vergroten of verkleinen. Kantentaster (alleen voor frezen) De diameter, lengtecorrectie en maateenheden van de kantentaster worden in dit invoerscherm ingesteld. Voor beide waarden gelden de maateenheden zoals aangegeven in het invoerscherm.
De uitvoer van de actuele uitlezingen wordt geactiveerd via een commando (Ctrl B) en via de seriële poort naar de 200S gezonden. Het invoerscherm Uitvoer van meetwaarden dient om de gegevensuitvoer tijdens het tasten in te stellen.
Druk op TERUGZETTEN om om de stopwatch op nul te zetten. Door dit terugzetten stopt de klok. Wanneer u in de werkstand op de decimaaltoets drukt, wordt de klok ook gestopt en gestart. Wanneer u op de toets Nul drukt, wordt de klok teruggezet. Scheve ligging compenseren (alleen freesbewerkingen) Met de functie Scheve ligging compenseren kunt u gaten in een werkstuk boren zonder het werkstuk op de machine uit te lijnen.
30 en 120 minuten. De screensaver kan worden gedeactiveerd tijdens de inschakeltijd. Taal De 200S ondersteunt verschillende talen. Taalkeuze wijzigen: Druk op de softkey TAAL totdat de gewenste taalkeuze op de softkey en het invoerscherm verschijnt.
Stel bijvoorbeeld dat u de som van 3 + 1 ÷ 8 moet berekenen. De 200S zal dan eerst 1 door acht delen en dan daar 3 bij optellen om tot de uitkomst van 3,125 te komen.
Toerentalcalculator De toerentalcalculator wordt gebruikt om het toerental (of de snijsnelheid) in te stellen op basis van een opgegeven gereedschapsdiameter (werkstuk, voor draaibewerkingen). De in deze afbeelding getoonde waarden dienen slechts als voorbeeld. Raadpleeg de handleiding van de gereedschapsfabrikant om de spiltoerentalbereiken per gereedschap te controleren.
Met deze softkey wordt de gereedschapstabel geopend en krijgt u toegang tot het invoerscherm Gereedschap waarin u de gereedschapsparameters kunt invoeren (er wordt een softkey wordt gebruikt voor de uitlezing van één as). De 200S kan maximaal 16 gereedschappen opslaan in de gereedschapstabel. Gereedschapstabel In de gereedschapstabel van de 200S kunt u voor max.
Import/export Gegevens uit gereedschapstabellen kunnen via de seriële poort worden geïmporteerd of geëxporteerd. De softkeys IMPORT en EXPORT zijn ook beschikbaar in het scherm Gereedschapstabel. Druk op IMPORT om een gereedschapstabel vanaf een pc te laden. Druk op EXPORT om de gereedschapstabel naar een pc te uploaden.
Verplaats het gereedschap totdat de punt het referentievlak raakt. Druk op de softkey LENGTE LEREN. De 200S zal dan een correctie ten opzichte van dit oppervlak berekenen. Herhaal deze procedure voor elk volgend gereedschap met gebruikmaking van hetzelfde referentievlak.
Gereedschapsdiameter 2,00 Gereedschapslengte: 20,000 Gereedschapsmaateenheid: mm Gereedschapstype: vlakfrees U kunt de lengtecorrectie ook laten bepalen door de 200S. Zie - ALTERNATIEVE METHODE -. Gegevens van de spiltoerentalregeling zijn alleen vereist wanneer de CSS I/O is geïnstalleerd. Raadpleeg het desbetreffende gebruikershandboek als de CSS I/O is...
Pagina 39
Voer de gereedschapslengte in, bijv. (20). Druk op de pijltoets OMLAAG. -ALTERNATIEVE METHODE - U kunt ook een verstelling laten bepalen door de 200S. Bij deze methode moet u met de punt van elk gereedschap een gemeenschappelijk referentievlak aanraken. Hierdoor kan de 200S het verschil in lengte tussen de afzonderlijke gereedschappen bepalen.
Pagina 40
Alleen de gereedschappen waarvoor hetzelfde referentievlak is ingesteld, kunnen worden worden gewijzigd zonder dat het nulpunt opnieuw hoeft te worden ingesteld. Als de gereedschapstabel al gereedschappen bevat waarvan de lengte is ingesteld, moet het referentievlak eerst met behulp van een van deze gereedschappen worden bepaald.
Softkey Nulpunt Ingestelde nulpunten bepalen de relatie tussen de asposities en de weergegeven waarden. De nulpunten worden ingesteld met de tastfuncties van de 200S, met een gereedschap of met een kantentaster. Tastfuncties voor het instellen van nulpunten Op de ingang voor de kantentaster kan een elektronische kantentaster worden aangesloten.
Pagina 42
Voorbeeld: middellijn tussen twee werkstukkanten als nulpunt instellen Als standaardwaarde voor de coördinaat wordt 0 ingesteld. Voer de gewenste coördinaat voor de werkstukkant in. Stel voor dit voorbeeld Y = 0,0 de coördinaat als nulpunt in voor dit werkstuk. Druk op de toets ENTER. De positie van middellijn M wordt bepaald door het tasten van de kanten 1 en 2.
Pagina 43
Voer het middelpunt X X = 2,00 in Voer de eerste coördinaat (X = 2,00) in. Druk op de pijltoets OMLAAG. Voer het middelpunt Y Y = 0,00 in Accepteer Y = 0,00 als standaardinvoerwaarde. Druk op de toets ENTER. 200S...
Zelfs als u een gereedschap of een niet-elektrische kantentaster gebruikt voor het instellen van nulpunten, kunt u gebruikmaken van de tastfuncties van de 200S. Nulpunten kunnen worden ingesteld door de kanten van een werkstuk één voor één aan te raken met een gereedschap en de...
Pagina 45
(T:1, 2...) en de laatste richting waarin het gereedschap is verplaatst voordat op de softkey LEREN is gedrukt. Trek het gereedschap terug van het werkstuk, voer "0" in en druk vervolgens op ENTER. 200S...
Voorinstellingen Met de functie Voorinstellen kan de operator de nominale (doel)positie voor de volgende beweging aangeven. Zodra de nieuwe nominale positie is ingevoerd, zal de weergave overschakelen naar de werkstand Restweg en de afstand tussen de actuele en nominale positie weergeven. De operator hoeft nu alleen de tafel te verplaatsen totdat de weergave op nul staat om de vereiste nominale positie te bereiken.
Pagina 47
Druk op ENTER. Verplaats de X-as totdat de weergegeven waarde nul is. Het vierkant in de waarschuwing Bijna nul is nu gecentreerd tussen de twee driehoekjes. Voor hoeken 3 en 4 kunnen de voorinstellingen op dezelfde wijze worden ingevoerd. 200S...
Voorinstellen van de incrementele afstand Voorbeeld: boren door te verplaatsen totdat de nulwaarde wordt weergegeven, met incrementeel positioneren. Voer de coördinaten in incrementele maten in. Deze worden hieronder (en op het scherm) voorafgegaan door een I (incrementeel). Het nulpunt is het werkstuknulpunt. Boorgat 1 bij: X = 1"...
De toets 1/2 wordt gebruikt om de middellijn (of het middelpunt) te bepalen tussen twee posities op een geselecteerde werkstukas. Deze functie kan worden uitgevoerd in de werkstand Feitelijke waarde of Restweg. Door deze functie worden in de werkstand Feitelijke waarde de nulpunten gewijzigd. 200S...
Wanneer u op de softkey FUNCTIES drukt, hebt u toegang tot de functies Gatencirkel, Gatenreeks, Schuinfrezen en Boogfrezen. De 200S biedt voor elke functie één patroon dat door de gebruiker kan worden gedefinieerd. Ze kunnen tijdens bedrijf op ieder gewenst moment vanaf de digitale uitlezing worden opgeroepen en uitgevoerd.
Gatencirkel en gatenreeksen In deze paragraaf worden de tabellen voor de gatencirkel en gatenreeks beschreven en wat u ermee kunt doen. In de 200S kan 1 door de gebruiker te definiëren gatencirkel en -reeks worden opgeslagen. Wanneer de patronen eenmaal zijn gedefinieerd, gaan ze niet verloren wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
Softkeys Gatencirkel en Gatenreeks De volgende extra softkeys zijn beschikbaar in de functie Gatencirkel en Gatenreeks frezen. Functie Softkey Druk op HELP voor meer informatie over het patroon. Druk hierop om de huidige absolute positie te gebruiken. Druk op Calc om de standaard wiskundige en trigonometrische functies te openen.
Druk op de ENTER-toets. De 200S berekent vervolgens de posities van de gaten. Het gatenpatroon kan ook grafisch worden weergegeven. De volgende softkeys zijn beschikbaar tijdens het uitvoeren van een gatencirkel of gatenreeks.
Voorbeeld: gegevens invoeren en een gatencirkel maken. 1e stap: gegevens invoeren Druk op de softkey FUNCTIES. Druk op de softkey GATENCIRKEL. Druk op de toetsen OMHOOG/OMLAAG om patroon 1 te selecteren. Druk op de toets ENTER. Druk op de softkey VOLLEDIG/SEGMENT totdat VOLLEDIG is geselecteerd.
Schuinfrezen en Boogfrezen In deze paragraaf worden de tabellen voor schuinfrezen en boogfrezen beschreven en wat u ermee kunt doen. In de 200S kan 1 door de gebruiker te definiëren patroon voor schuinfrezen en boogfrezen worden opgeslagen. Wanneer de patronen eenmaal zijn gedefinieerd, gaan ze niet verloren wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
Softkeys voor schuinfrezen en boogfrezen De volgende extra softkeys zijn beschikbaar in de functie Schuinfezen en Boogfrezen. Functie Softkey Druk op HELP voor meer informatie over het patroon. Druk hierop om de huidige absolute positie te gebruiken. Druk op Calc om de standaard wiskundige en trigonometrische functies te openen.
Druk op de C-toets om het invoerscherm te verlaten zonder de functie op te slaan. De ingevoerde gegevens worden in het geheugen opgeslagen. Ze blijven in het geheugen opgeslagen totdat ze worden gewist of gewijzigd, en gaan niet verloren na het uitschakelen. 200S...
Boogfrezen In het invoerscherm Boogfrezen kunt u het te frezen gebogen vlak opgeven. De gegevens worden ingevoerd in het "invoerscherm Boogfrezen". Selecteer de softkey BOOGFREZEN om de functie te definiëren. In de hieronder vermelde velden moeten gegevens worden ingevoerd. In de hieronder vermelde velden moeten gegevens worden ingevoerd.
Druk op EINDE om de freesbewerking te verlaten. De richting van de gereedschapscorrectie (R+ of R-) wordt toegepast op basis van de gereedschapspositie. Voor een correcte gereedschapscorrectie moet de operator het contourvlak vanuit de juiste richting benaderen. 200S...
Als er geen symbool zichtbaar is, wordt er een radiuswaarde weergegeven. Gereedschapstabel De 200S kan de maatcorrecties voor maximaal 16 gereedschappen opslaan (zie schermvoorbeeld). Wanneer u een werkstuk wijzigt en een nieuw nulpunt vastlegt, worden alle gereedschappen automatisch aan het nieuwe nulpunt gerelateerd.
Pagina 61
Trek het gereedschap terug uit de huidige positie [2]. Schakel de spil uit en meet de diameter van het werkstuk. Voer de gemeten diameter of radius in en druk op ENTER. Zorg ervoor dat de 200S in de diameterweergavemodus Ø staat als u een diameterwaarde invoert. 200S...
X-as te gaan. Raak het werkstuk aan bij punt 1. Voer de radius of diameter van het werkstuk op dat punt in. Zorg ervoor dat de 200S in de diameterweergavemodus Ø staat als u een diameterwaarde invoert.
Pagina 63
Druk op de softkey AS BLOKKEREN terwijl het gereedschap nog snijdt. Trek het gereedschap terug uit de huidige positie. Schakel de spil uit en meet de diameter van het werkstuk. Voer de gemeten diameter in, bijv. 1,5" en druk op ENTER. 200S...
Softkey Conuscalculator Gebruik de conuscalculator voor het berekenen van de conushoek. Zie de schermvoorbeelden rechts. U kunt conussen berekenen door de maten vanaf een tekening in te voeren of door een kegelvorming werkstuk met een gereedschap of meetinstrument aan te raken. Invoerwaarden: De conusverhouding wordt berekend op basis van: Lengte van de conus...
RAD/DIA (beschikbaar in beide werkstanden). Softkey Radius/diameter Op tekeningen voor draaidelen zijn doorgaans de diametermaten aangegeven. De 200S kan de radius of de diameter weergeven. Wanneer de diameter wordt weergegeven, verschijnt het diametersymbool Ø naast de positiewaarde. Voorbeeld: Radiusweergave, positie 1, X = ,50 Diameterweergave, positie 1 X = Ø...
Druk opENTER. Z-koppeling In de draaibewerking van de 200S kan de positie van de Z - en Z-as in een systeem met 3 assen snel worden gekoppeld. De uitlezing kan zowel in de Z...
Z-koppeling uitschakelen Om de Z-koppeling uit te schakelen, drukt u op de astoets van de lege uitlezing. De Z - en Z-posities worden dan weer afzonderlijk weergegeven. 200S...
II - 1 Systeeminstellingen Parameters voor systeeminstellingen Het scherm Systeeminstellingen uit het normale bedieningsdisplay selecteren: Druk op de RECHTER- of LINKERpijltoets totdat de softkey INST. wordt getoond. Druk op de softkey INST.. Het scherm Bewerking instellen verschijnt nu en de softkey SYSTEEMINSTELLINGEN wordt getoond.
Ga met de pijltoets omlaag naar het veld REFERENTIEMERK. Schakel met de softkey REF.MERK. Selecteer GEEN voor geen referentiemerk, EENMALIG voor één referentiemerk, of POSITION TRAC voor een encoder met de functie Position-Trac™. 200S...
Pagina 72
Ga met de pijltoets omlaag naar het veld TELRICHTING. Selecteer in het veld TELRICHTING de telrichting door te drukken op de softkey POSITIEF/NEGATIEF Kies positief wanneer de telrichting van de encoder gelijk is aan de telrichting van de operator. Kies negatief wanneer de richtingen verschillen.
Aan de hand van een analyse van de fout kan worden bepaald welke vorm van correctie vereist is: lineaire of niet- lineaire fout. Met de 200S kunnen deze fouten worden gecorrigeerd en kan elke as afzonderlijk worden geprogrammeerd met de juiste correctie. Foutcorrectie is alleen beschikbaar bij gebruik van lineaire encoders.
De vereiste correctiewaarden worden berekend en in een tabel ingevoerd. De 200S ondersteunt maximaal 200 punten per as. De foutwaarde tussen twee op elkaar volgende correctiepunten wordt berekend op basis van lineaire interpolatie.
Verplaats de as waarop de encoder is gemonteerd en noteer de verplaatsingsrichting die voor de positieve richting is vereist. De eigen telrichting van de encoder is nu vastgelegd. Bij encoders die gebruikmaken van één referentiemerk moet, telkens wanneer de digitale uitlezing wordt ingeschakeld, hetzelfde referentiemerk worden gepasseerd. 200S...
Een niet-lineaire foutcorrectietabel maken Selecteer FOUTCORRECTIE bij Systeeminstellingen en selecteer Niet-lineair door op de softkey TYPE te drukken. Om een nieuwe foutcorrectietabel te maken, drukt u eerst op de softkey TABEL BEWERKEN. Alle correctiepunten (max. 200) bevinden zich op gelijke afstand van het startpunt.
Dit wordt nu in het veld Afstand getoond. Verplaats de cursor naar een tabelgegeven (000-199) en druk op ENTER. Voer in het veld Standaard de lengte van de standaard in plus een eventuele gereedschapscorrectie (gereedschap of kantentaster); dit is niet nodig wanneer vanuit dezelfde richting wordt gemeten. 200S...
Pagina 78
Om de standaard met een kantentaster te meten, raakt u één uiteinde van de eindmaat aan. In het veld Gemeten staat 0. Ga naar de tweede kant en raak het andere uiteinde van de eindmaat aan. De gemeten grootte, plus een eventuele gereedschapscorrectie, wordt in het veld getoond.
NEE om te annuleren en terug te keren naar het vorige menuscherm. In het veld Aantal assen wordt het aantal benodigde assen ingesteld. Er verschijnt een softkey 1, 2, OF 3 waarmee gekozen kan worden tussen 1, 2 of 3 assen. 200S...
Wanneer de functie Herstel positie "AAN" staat, wordt de laatste positie van elke as bij uitschakeling van de stroom opgeslagen. Nadat de stroom weer is ingeschakeld, wordt die positie opnieuw weergegeven. Bedenk dat elke beweging die tijdens de stroomuitschakeling plaatsvindt, verloren gaat. Telkens wanneer de stroom uitgeschakeld is geweest, wordt geadviseerd de werkstuknulpunten opnieuw te bepalen volgens de procedure Evaluatie van referentiemerken.
Seriële poort De seriële poort RS-232-C/V.24 van de data-interface bevindt zich op het achterpaneel. Op deze poort kunnen de volgende apparaten worden aangesloten: Printer met seriële data-interface. pc met seriële data-interface. Op de seriële poort kan een printer of computer worden aangesloten. U kunt deelprogramma's en configuratiebestanden naar een printer of computer sturen.
De aardingsaansluiting op het achterpaneel moet op het centrale aardingspunt van de machine worden aangesloten, zoals is te zien in de afbeelding rechts. Preventief onderhoud Er is geen speciaal preventief onderhoud nodig. Wrijf zachtjes met een droge, pluisvrije doek om te reinigen. 200S...
"1" = "actief" "0" = "niet-actief" TXD, RXD -3 V tot -15 V +3 V tot + 15 V RTS, CTS +3 V tot + 15 V -3 V tot -15 V DSR, DTR Penaansluiting voor seriële poort zonder handshaking. 200S...
Pagina 86
II - 5 Gegevensuitvoer externe schakelaar Met de externe schakelaar (bedieningskastje of voetschakelaar), of via Ctrl B (verzonden via de seriële interface) worden de op dat moment getoonde waarden in de werkstand Feitelijke waarde of Restweg verzonden, welke van beide op dat moment zichtbaar is. Gegevensuitvoer met gebruikmaking van externe signalen Voorbeeld 1: lineaire as met radiusweergave X = + 41,29 mm <CR>...
Pagina 87
<CR> <LF> Coördinaatas Isgelijkteken +/– teken Graden, 3 tot 8 posities Dubbele punt Minuten, 0 tot 2 posities Dubbele punt Seconden, 0 tot 2 posities Spatie W voor hoek (bij weergave van restweg: w Harde return Witregel (nieuwe regel) 200S...
Pagina 88
Gegevensuitvoer met kantentaster In de volgende drie voorbeelden wordt de uitvoer van meetwaarden gestart door een schakelsignaal van de kantentaster. De afdrukfunctie kan worden in- of uitgeschakeld met de parameter Uitvoer van meetwaarden in Bewerking instellen. Gegevens over de geselecteerde as worden van hieruit verzonden. Voorbeeld 4: tastfunctie kant Y = –3674,4498 mm 3 6 7 4 4 4 9 8...
Pagina 89
Dubbele punt plus- of minteken, of spatie 2 tot 7 posities voor het decimaalteken Decimaalteken 1 tot 6 posities na het decimaalteken Eenheid: spatie voor mm, " voor inches R voor radius-, D voor diameterweergave Harde return Witregel (nieuwe regel) 200S...
Pagina 90
Voorbeeld 6: tastfunctie cirkelmiddelpunt Eerste middelpuntcoördinaat, bijv. CCX = –1616,3429 mm. Tweede middelpuntcoördinaat, bijv. CCY = +4362,9876 mm, (Circle Center X- as, Circle Center Y-as; coördinaten zijn afhankelijk van het werkvlak). Cirkeldiameter DIA = 1250,0500 mm 1 6 1 6 3 4 2 9 <CR>...
II - 6 Foutmeldingen In de onderstaande tabel vindt u een complete lijst met foutmeldingen die de digitale uitlezing 200S kan geven. Elke foutmelding wordt in de onderstaande tabel uitgelegd. Fout Foutmelding digitale uitlezing Uitleg Stroom was uitgeschakeld. Druk 200S was pas ingeschakeld.
Pagina 92
Fout Foutmelding digitale uitlezing Uitleg Fout: de ARCSIN-functie werkt Verkeerd bereik voor ARCSIN. alleen bij waarden van - 1 tot 1. Fout: de TAN-functie is niet Verkeerd bereik voor tangent. gedefinieerd bij 90 en -90 graden. Fout: de vierkantswortel van een Vierkantswortel uit negatief getal niet mogelijk.
Pagina 96
Uitvoer van meetwaarden 15, 72 Vectoring 52 Veiligheidsaarding (massa) 69 Voorinstellen 32 Voorinstellen van de absolute af- stand 32 Voorinstellen van de incrementele afstand 34 Waarschuwing Bijna nul 15 Werkstanden 7, 12 Z-koppeling 52...
Pagina 98
HEIDENHAIN CORPORATION 333 East State Parkway Schaumburg, IL 60173-5337 USA +1 (847) 490-1191 +1 (847) 490-3931 E-Mail: info@heidenhain.com www.heidenhain.com 532823-72 Ver 00 3/2010...