nl
Kennismaking met
het apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
De uitrusting van de modellen kan
variëren.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn
mogelijk.
Afb. !
* Niet bij alle modellen.
1-9
Bedieningselementen
10
Verlichting (LED)
11
Glasplateau in de koelruimte
12
Chillerhouder
13
Groentelade
14*
Boter en kaasvak
15*
Voorraadvak in de deur „EasyLift"
16
Vak voor grote flessen
17
Diepvrieslade (klein)
18
Glasplateau in de diepvriesruimte
19
Diepvrieslade (groot)
20
Dooiwaterafvoergootje
21
Schroefvoetjes
A
Koelruimte
B
Diepvriesruimte
80
Bedieningselementen
Afb. "
1
Toets Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit
te schakelen.
2
Toets „super" (Diepvriesruimte)
Om het supervriessysteem
in en uit te schakelen.
3
Temperatuurinsteltoetsen
diepvriesruimte
Met deze toetsen wordt de
temperatuur van de
diepvriesruimte ingesteld.
4
Temperatuurindicatie
Diepvriesruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen in
de diepvriesruimte in °C.
5
Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function").
6
Holiday-toets
Dient voor het in- en uitschakelen
van de Vakantie-modus (zie het
hoofdstuk Vakantiemodus).
7
Temperatuurinsteltoetsen
koelruimte
Met deze toetsen wordt de
temperatuur van de koelruimte
ingesteld.
8
Temperatuurindicatie
Koelruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen in
de koelruimte in °C.
9
Toets „super" (Koelruimte)
Om het superkoelsysteem in en
uit te schakelen.