2.7
Veiligheid tijdens
het onderhoud en de
reiniging
• U mag het product niet reini-
gen door er water op te verstui-
ven of te gieten! Gebruik geen
hogedrukreiniger, stoom reini-
ger, slang of perspistool om
het product te reinigen.
• Gebruik geen scherp of schu-
rend gereedschap om het pro-
duct te reinigen.
• Gebruik geen materiaal zoals
huishoudelijke reinigingsmid-
delen, zeep, schoonmaakmid-
delen, gas, benzine, verdunner,
alcohol, was, etc. om het pro-
duct te reinigen.
• De pluizenfilter moet regelma-
tig worden gereinigd. U moet
na elke droogcyclus het plui-
zenfilter en de binnenzijde van
de laaddeur reinigen.
• Reinig de geaccumuleerde
pluis op de vinnen van de ver-
damper achter de filterlade
met een stofzuiger. U kunt met
de hand reinigen, op voorwaar-
de dat u veiligheidshandschoe-
nen draagt. Probeer niet te rei-
nigen met blote handen. De
vinnen van de verdamper kun-
nen uw handen beschadigen
(voor producten met een
warmtepomp).
• Vanwege het brand- en explo-
siegevaar mag u geen oplos-
singen, reinigingsmiddelen,
staalwol of gelijkaardig materi-
aal en gereedschap gebruiken
om de sensoren te reinigen.
• Reinig het rookkanaal (voor
modellen met een rookkanaal).
• Drink geen gecondenseerd wa-
ter. Gecondenseerd water is
geen drinkwater. Dit water kan
de gezondheid van mensen en
dieren beschadigen indien het
wordt gedronken.
2.8
Verlichting veilig-
heid
• Neem contact op met de on-
derhoudsdienst als u de LED/
Lampen moet vervangen die
worden gebruikt voor de ver-
lichting (voor producten met
verlichting).
NL / 11
NL
FR