Motoroliepeil controleren, bijvullen/vervangen
Om motorschade te voorkomen, schakelt het oliewaarschuwingssysteem de motor uit als het oliepeil
te laag is. De hoofdschakelaar blijft in de stand "On" staan.
Nadat de motor is uitgeschakeld door het oliewaarschuwingssysteem
1. Zet de hoofdschakelaar uit,
2. Vul bij met olie,
3. Start de waterpomp opnieuw.
Voordat u aan de vulopening werkt
1. Reinig de vulopening grondig en voorkom dat er vuil of water in het oliesysteem komt.
2.
Stel de waterpomp horizontaal op.
© door WilTec Wildanger Technik GmbH
http://www.WilTec.de
http://www.aoyue.eu
http://www.teichtip.de
Tap brandstof af uit carburateur/brandstoftank
1. Plaats een geschikte opvangbak voor
brandstof onder de aftapplug (A) van de
carburateur.
2. Open de benzinekraan (B) (rechter posi-
tie). Door de benzinekraan te openen
wordt ook de brandstoftank geleegd.
3. Draai de aftapplug (A) los. De brandstof
wordt afgetapt.
4. Schroef de aftapplug (A) er weer in.
5. Sluit de benzinekraan (B) (linker positie).
Oliepeil controleren / olie bijvullen
1. Schroef de plug (6) los.
2. Veeg de peilstok van de stop af.
1. Houd de plug (6) in de vulopening (niet
vastschroeven).
2. Trek de plug (6) eruit en controleer het
oliepeil op de peilstok (doel: bij de marke-
ring voor het max. oliepeil aan de onder-
kant van de vulopening, zie illustratie).
3. Vul indien nodig bij met olie.
4. Schroef de plug (6) erin.
Artikel 64767
Pagina 15
09 2024-1