OptiFlex A1
V 03/06
Alle elektrische componenten zijn uitgevoerd conform
-
beschermingsklasse IP 54
Aanwijzing:
Het poederspuitbesturingssysteem OptiFlex A1 mag pas
ingeschakeld worden als de cabine in werking is!
Schakelt de cabine uit, dan moet ook het besturingssysteem
uitgeschakeld worden.
Perslucht
Als hoofdpersluchtingang, persluchtverdeler en
-
fluïdiseerlucht-bewaking wordt altijd de OptiAir
pneumatische installatie / fluïdiseereenheid gebruikt
Het besturingssysteem OptiFlex A1 heeft slechts een
-
aansluiting op het hoofdpersluchtnet nodig
De persluchtwaarden vindt u in de technische gegevens
-
Benodigde hoeveelheid lucht bij hogere poederuitstoot
Het besturingssysteem biedt de mogelijkheid om met een hogere
poederuitstoot te werken als het persluchtnet voldoende gedimensioneerd
is. De drukregelaar op de filtereenheid is in de fabriek ingesteld op 5,5 bar.
Daarnaast is een doorstroomhoeveelheid van 5 m³/h per
besturingsapparaat ingesteld. Als op de drukregelaar een andere waarde
ingesteld wordt, moet op elk OptiStar-besturingsapparaat ook
systeemparameter 2 aangepast worden, en dit op de volgende manier:
Instelling perslucht - Parameterinstellingen
Pistoolbesturing OptiStar CG06 (automatisch)
> 5 s
Aanwijzing:
Om de grootst mogelijke nauwkeurigheid te bereiken, moet de druk
ingesteld worden terwijl de installatie in werking is met een
gemiddeld persluchtverbruik.
Omrekening bar-psi
5,5 bar = 80 psi
6,0 bar = 87 psi
6,5 bar = 94 psi
5,5 6,0
6,5
Inbedrijfstelling • 23