6. Ingebruikname
6.1. Netsnoer aansluiten
Sluit het meegeleverde netsnoer op de aansluitpoort
Steek de stekker van het netsnoer in een goed bereikbaar stopcontact.
6.2. Apparaat plaatsen
Plaats het apparaat op een vlakke, stabiele ondergrond. Sommige agressieve meubellakken
kunnen de rubberen voetjes van het apparaat aantasten. Leg eventueel iets onder het apparaat.
6.3. Radioantenne aansluiten
Er is een draadantenne voor het ontvangen van radiozenders meegeleverd.
Steek de draadantenne in de FM-antenne-ingang aan de achterkant van het audiosysteem.
Rol de antenne helemaal uit en leg deze zo neer dat de ontvangst optimaal is.
6.4. Apparaat inschakelen / stand-bymodus
Zet de aan-uitschakelaar in de positie
Het display gaat aan.
Het apparaat start in de laatst geselecteerde modus.
Als het audiosysteem gedurende een periode van 15 minuten geen audiosignaal
ontvangt, gaat het automatisch in de stand-bymodus om energie te besparen.
Druk op de toets
schakelen.
Trek als het apparaat niet wordt gebruikt de stekker uit het stopcontact om
stroomverbruik in de stand-bymodus te voorkomen en het apparaat volledig uit te
schakelen.
7. Bedrijfsmodi
7.1. Radio
Druk een of meerdere keren op de toets
Op het display wordt
Na een elektrostatische ontlading bij het apparaat kan het voorkomen dat het apparaat
tot 4 minuten de tijd nodig heeft om de laatst ontvangen radiozender weer af te spelen.
7.1.1. Zender instellen
Druk kort op de toetsen
houd een van de toetsen ingedrukt om automatisch te zoeken naar de volgende zender die kan
worden ontvangen.
De frequentie van de radiozenders wordt in stappen van 0,1 MHz gewijzigd.
Druk zo vaak op de toetsen
ingesteld.
12
O N
FM
en de actuele frequentie weergegeven.
/ T U N .
of
/ T U N .
A C
van het apparaat aan.
om het audiosysteem in te schakelen.
om het apparaat vanuit de stand-bymodus weer in te
om naar de radiomodus te gaan.
/ T U N .
om een bepaalde frequentie in te stellen of
/ T U N .
of
tot u de gewenste frequentie hebt