7.
Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het voetje (2).
OPMERKING:
Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de
uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje.
Bevolk de zwarte DIMM-voetjes voor de witte DIMM-voetjes.
Voorzie de voetjes op een dusdanige manier van geheugen dat de geheugencapaciteit zo evenredig
mogelijk is verdeeld tussen kanaal A en kanaal B. Raadpleeg voor meer informatie
op pagina
15.
8.
Duw de module in het voetje en zorg dat de module goed op zijn plaats zit. Zorg ervoor dat de
vergrendelingen gesloten zijn (3).
9.
Herhaal stappen 7 en 8 als u eventuele aanvullende modules wilt installeren.
10.
Plaats het toegangspaneel van de computer terug.
11.
Monteer de eventuele standaard.
12.
Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan.
13.
Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
Normaal gesproken wordt het extra geheugen automatisch herkend wanneer u de computer weer aanzet.
DIMM-voetjes vullen
Extra geheugen installeren
17