Aansluiting van het ventilatiesysteem
Algemeen
De Fighter 600P werkt met afzuiglucht en buitenlucht.
Dit biedt grotere besparingen dan bedrijf met alleen
afzuiglucht. Indien de buitentemperatuur terugloopt tot
ca. -5 °C zal de buitenluchttoevoer worden afgesloten
met behulp van een interne luchtklep en werkt de
warmtepomp alleen met afzuiglucht.
De ventilatiedoorstroom kan aan de hand van twee
waarden worden geregeld. Indien het systeem is
ingesteld op hoge ventilatiedoorstroom werkt de
FIGHTER 600P alleen met afzuiglucht.
Indien lage ventilatiedoorstroom is geselecteerd zal
zowel van aanzuiglucht als buitenlucht gebruik wor-
den gemaakt (tenzij de buitentemperatuur minder dan
-5 °C bedraagt).
Als de compressor niet werkt, is de interne buiten-
luchtklep altijd gesloten.
Ventilatiedebiet
De FIGHTER 600P moet zo worden aangesloten dat
alle ventilatielucht, behalve de afzuigkap van de keu-
ken de verdamper (62) van de warmtepomp passeert.
Teneinde de optimale werking van de warmtepomp te
waarborgen, mag de ventilatiedoorstroom nooit min-
der zijn dan 120 m3/h (33 l/s). De ruimte waar de
warmtepomp wordt geplaatst moet worden geventi-
leerd met ten minste 36 m3/h (10 l/s).
De FIGHTER 600P is aan de onderzijde voorzien van
een ventilatieopening. Zodoende wordt een ventilatie-
doorstroom van ca. 5 m3/h (1,4 l/s) direct vanuit de
verwarmingsruimte opgenomen.
Omschakeling
van
de
beschreven onder "Elektrische aansluiting", "Instelling
ventilatorcapaciteit". Zie ook onder "Bedradingssche-
ma". De nummering van de krommen verwijst naar de
aansluitingen van de ventilatortransformator.
Condensatiekanaal
Condensatiekanalen mogen niet op de FIGHTER 600P
worden aangesloten.
Instelling
Zie onder "Inbedrijfstelling en instellingen" - "Instelling
ventilatie".
ventilatiecapaciteit
wordt
FIGHTER 600P
Luchtkanaal
Om te vermijden dat het geluid van de ventilator op de
afzuigventielen wordt overgedragen, kan het raad-
zaam zijn om een geluiddemper in het kanaal op te
nemen. Dit is vooral van belang als afzuigventielen in
de slaapkamers zijn aangebracht.
Vanwege het feit dat de warmtepomp het brandbare
koelmedium propaan (R290) bevat, moet het luchtka-
naalsysteem worden geaard. Dit wordt gedaan door
de meegeleverde aardleidingen (3 stuks) met goede
elektrische geleiding aan te sluiten op het afzuig-,
afblaas- en buitenluchtkanaal aan te sluiten. De lei-
dingen aansluiten op de aardpennen aan de bovenzij-
de van het topluik.
De luchtkanaalaansluitingen dienen te worden uitge-
voerd met flexibele slangen die gemakkelijk kunnen
worden vervangen. De afblaas- en buitenluchtkanalen
moeten over de hele lengte dampdicht worden geïso-
leerd. Mogelijkheid tot kanaalinspectie is vereist. Het
buitenluchtkanaal moet worden uitgerust met een stel-
klep. Vernauwingen, scherpe bochten en dergelijke
dienen te worden vermeden, teneinde verminderde
ventilatiecapaciteit te vermijden. Alle verbindingen
moeten worden afgedicht en met popnagels worden
vastgezet om lekkage te vermijden.
Het kanaalsysteem moet minimaal voldoen aan dich-
theidklasse B.
N.B.
Afblaaslucht mag niet via een kanaal
in een gemetselde schoorsteen worden
afgevoerd.
Ventilatiediagram
Onderstaande diagram toont de toegankelijke ventila-
tiecapaciteit.
Luchtinname alleen via aanzuigluchtventiel
Luchtinname via aanzuiglucht- en toevoerluchtventiel
P
Statisch
mmvp
Pa
40
400
15
15
12
30
300
9
7
20
200
4
10
100
0
0
0
100
0
25
Aan de installateur
15
Luchtdoor-
stroming
3
200
300
400
m /h
50
75
100
l/s