4
5
Geavanceerde papierinstelling
Deze functie is alleen beschikbaar als Lade 2 in de printer is
geïnstalleerd.
Met deze functie geeft u het afdrukmateriaal en het formaat op dat in de
verschillende laden is geplaatst, zodat de printer automatisch het juiste
afdrukmateriaal selecteert. De standaardinstelling is UIT.
De functie is niet beschikbaar wanneer u de Geavanceerde
papierinstelling gebruikt.
Het in de Laden geplaatste afdrukmateriaal instellen
1
2
3
4
5
6
7
8
NLWW
Druk op de knop
W
vergrendelen.
Druk op de knop
D
Zet de printer aan.
Druk een aantal malen op de knop
van de printer totdat het menu Papierverwerking verschijnt.
Druk een aantal malen op de knop
papierinstelling verschijnt.
Druk op de knop
W
Druk op de knop
D
Druk op de knop
I
Lade 1 en druk op de knop
selecteren.
Druk op de knop
D
Herhaal stap 6 en 7 om het afdrukformaat voor Lade 1 in te stellen,
en doe dit tevens om het afdrukmateriaal voor Lade 2 in te stellen.
totdat de Lade verschijnt die u wilt
AARDEN
om uw selectie te maken.
OORGAAN
M
I
om deze functie in te schakelen.
AARDEN
om uw selectie te bevestigen.
OORGAAN
om het type afdrukmateriaal in te stellen voor
TEM
W
AARDE
om uw selectie te bevestigen.
OORGAAN
op het bedieningspaneel
ENU
totdat Geavanceerde
TEM
om het afdrukmateriaal te