Condensor
Condensorregeling vindt plaats via een stappenregeling of toeren-
regeling van de ventilatoren.
• Stappenregeling
De regelaar kan maximaal 6 condensorstappen regelen die
sequentieel in- en uitgeschakeld worden.
• Toerenregeling
De analoge uitgang van de regelaar is aangesloten op een
toerenregeling. Alle ventilatoren worden toerengeregeld. Het is
mogelijk in combinatie met de toerenregeling ventilatoren aan
en uit te schakelen. De regeling wordt dan gebaseerd op het
volgende;
- Alle ventilatoren hebben hetzelfde toerental
- Alleen het noodzakelijke aantal ventilatoren is actief
Capaciteitsregeling van de condensor
De condensordruk wordt geregeld aan de hand van de actuele
waarde van de condensatiedruk en is afhankelijk of de druk da-
lende of stijgende is.
De regeling maakt gebruik van een PI-regeling, die eventueel ook
kan veranderd worden in een P-regeling.
PI-regeling
De regelaar schakelt ventilatoren in, zodat het verschil tussen de
actuele condensordruk en de ingestelde waarde zo klein mogelijk
is.
P-regeling
De regelaar schakelt ventilatoren in, afhankelijk van het verschil
tussen de actuele condensordruk en de ingestelde waarde.
De proportionele band Xp geeft de afwijking aan bij 100% con-
densorcapaciteit.
Capaciteitscurve
Bij lucht gekoelde condensors, geeft de eerste capaciteitsstap
altijd relatief gezien meer capaciteit dan de erop volgende capaci-
teitsstappen. De toename in capaciteit die door iedere extra stap
wordt geproduceerd neemt geleidelijk af naarmate er meer stap-
pen worden ingeschakeld.
Dit betekent dat de capaciteitsregeling meer versterking no-
dig heeft bij hoge capaciteiten dan bij lage capaciteiten. In dat
geval zal de capaciteitsregeling voor condensorregeling met een
gebogen capaciteitscurve moeten werken, zodat de versterking
90
Capaciteitsregeling RS8EK110 © Danfoss 10-007
optimaal is bij zowel hoge als lage capaciteiten.
Op sommige installaties is het bovenstaande 'probleem' al
gecompenseerd door middel van een binaire aansluiting van de
condensorventilatoren: bij een lage capaciteit worden weinig
ventilatoren ingeschakeld en bij een hoge capaciteit worden veel
ventilatoren ingeschakeld, bijvoorbeeld 1--4-8 etc. In dit geval
wordt de non-lineaire versterking al gecompenseerd en is het
gebruik van een gebogen capaciteitscurve niet nodig.
Het is daarom ook mogelijk om te selecteren of een gebogen ca-
paciteitscurve (Non-lineair) of een rechte capaciteitscurve (Lineair)
gewenst is voor de condensorregeling.
Capaciteitscurve = Non-lineair / Lineair
Gewenste capaciteit
Capaciteitscurve = Non-lineair
Selectie regelsensor
De capaciteitsregeling kan regelen op basis van een condensatie-
druk Pc of een mediumtemperatuur S7.
Regelsensor = Pc / S7
Als de S7 sensor is geselecteerd als regelsensor, zal de Pc nog
steeds gebruikt worden voor het beveiligen van een te hoge con-
densatiedruk en zal ervoor zorgen dat compressorcapaciteit wordt
afgeschakeld bij een te hoge condensatiedruk.
Regeling bij sensorfout:
Regelsensor = Pc
Als Pc is geselecteerd als regelsensor, zal bij een sensorfout 100%
condensorcapaciteit worden ingeschakeld, maar de compressor-
regeling zal normaal blijven.
Regelsensor = S7
Als de S7 is geselecteerd als regelsensor, zal bij een sensorfout
de regeling doorgaan op basis van het Pc signaal, maar met een
referentie die 5K hoger ligt dan de actuele referentie. Als zowel de
S7 als de Pc sensor een sensorfout hebben, zal 100% condensor-
capaciteit ingeschakeld worden, maar de compressorregeling zal
normaal blijven.
Referentie van de condensatiedruk
De instelling van de condensatiedruk kan op twee manieren
gedefinieerd worden. Als een vaste referentie, of als een vlottende
referentie afhankelijk van de buitentemperatuur.
Vaste referentie
De instelling voor de condensatiedruk wordt ingesteld in ° C
Vlottende referentie
Deze functie staat een verschuiving van de condensatiedruk-
Gewenste capaciteit
Capaciteitscurve = Lineair
AK-PC 730