Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Meer Over De Diverse Functies; Compressor En Condensorfuncties; Beveiligingscircuit - Danfoss AK-PC 730 Handleiding

Compressor- condensorregelaar voor capaciteitsregeling
Verberg thumbnails Zie ook voor AK-PC 730:
Inhoudsopgave

Advertenties

2

Compressor en condensorfuncties

Toepassing
Regelen van een compressorgroep
Regelen van een condensorgroep
Zowel compressorgroep als condesorgroep
Regelen compressorcapaciteit
Regelsensor. Po, S4 of Pctrl.
PI-regeling
Max. aantal compressoren (inclusief cap. kleppen)
Max. aantal capaciteitskleppen per compressor
Gelijke compressorcapaciteiten
Compressoren van verschillende grootte
Sequentiële regeling (first in / last out)
Compressor 1 of  frequentie geregeld
Draaitijdegalisatie
Anti-pendel tijd
Minimale uittijd
Vloeistofinspuiting in zuigleiding
Vloeistofinspuiting in cascade warmtewisselaar
Zuigdrukreferentie
Verschuiven referentie door zuigdrukoptimalisatie
Verschuiven referentie door nachtverlaging
Setpointverschuiving via 0-10 V signaal
Regelen condensorcapaciteit
Regelsensor. Pc of S7.
Stapregeling
Max. aantal stappen
Frequentieregeling
Frequentie/stappen regeling
Begrenzing freq. gedurende nacht
Warmteterugwinning via thermostaat
Warmteterugwinning via DI
FDD op condensor luchtstroom
Condensorreferentiedruk
Vlottende condensordruk
Instelling van referentie voor warmteterugwinning
Veiligheidsfuncties
Minimale zuigdruk
Maximale zuigdruk
Maximale condensordruk
Maximale persgastemperatuur
Minimale/maximale oververhitting
Beveiligingscircuit compressoren
Gezamenlijke hoge druk bewaking van compressoren
Beveiligingscircuit condensorventilatoren
Algemene alarmfuncties met tijdsvertraging
Overig
Extra sensors
Inject ON functie
Optie voor aansluiting van externe display
Algemene thermostaatfuncties
Algemene pressostaatfuncties
Algemene spanningsmetingen
AK-PC 730
AK-PC 730
x
x
x
x
x
4
3
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
6
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
10
7
x

5
5
5
Capaciteitsregeling RS8EK110 © Danfoss 10-007

Meer over de diverse functies

Compressor
Regeling van maximaal 4 compressorstappen inclusief cap. klep-
pen.
Compressor 1 en  kunnen frequentie geregeld worden.
De volgende signalen kunnen als regelsensor worden gebruikt:
1) Po – zuigdruk
) S4 – koude brine temperatuur
3) Pctrl – Condensatiedruk in het lage druk circuit regelt het hoge
druk circuit bij een cascaderegeling.
(Po wordt ook bij punten  en 3 gebruikt als lage druk beveiliging)
Condensor
Regeling van maximaal 6 stappen.
Ventilator kan frequentie geregeld worden.
Indien nodig kunnen zowel relais- en triacuitgangen gebruikt
worden.
De volgende signalen kunnen als regelsensor worden gebruikt:
1) Pc – Condensatiedruk
) S7 – Warme brine temperatuur (Pc wordt nu gebruikt als hoge
druk beveiliging).
Connectie tussen hoge druk en lage druk circuits
De capaciteitsregeling van het hoge druk circuit kan worden aan-
gepast door de condensatiedruk van het lage druk circuit.
De 'hoge druk regelaar' kan een signaal geven door middel van
een relaisuitgang, zodat de 'lage druk regelaar' alleen mag starten
als tenminste 1 van de 'hoge druk compressoren' draait.
De 'hoge druk regelaar' kan ook eerst een signaal ontvangen van
de 'lage druk regelaar' dat er behoefte is aan koelvraag.
Frequentieregeling van condensorventilatoren
Deze functie heeft een analoge uitgang nodig.
Voor het starten en stoppen van de frequentieregeling kan een
relaisuitgang gebruikt worden.
De ventilatoren kunnen ook door relaisuitgangen geschakeld
worden.

Beveiligingscircuit

Als er signalen moeten worden ontvangen van verschillende
onderdelen van het beveiligingscircuit, moet ieder signaal apart
op een AAN / UIT ingang worden aangesloten.
Dag / nacht signaal voor verhogen zuigdruk
Voor deze functie kan de klokfunctie worden gebruikt, maar ook
een extern AAN / UIT signaal.
Als er zuigdrukoptimalisatie wordt gebruikt, hoeft er geen signaal
gegeven te worden, dit gaat automatisch.
'Inject ON' functie
Deze functie sluit alle AKV kleppen als alle compressoren op
storing liggen. Dit kan worden geregeld via de datacommunicatie
of uitbedraad worden via een relaisuitgang.
Algemene thermostaat en pressostaat functies
Een aantal thermostaten kan naar wens worden gebruikt. De
thermostaat heeft een sensorsignaal en een uitgang nodig. In de
regelaar kunnen in- en uitschakelwaarden en eventuele alarm-
functies worden ingegeven.
Algemene spanningsmetingen
Een aantal spanningsmetingen kunnen naar wens worden ge-
bruikt. Het signaal kan bijvoorbeeld 0-10 V zijn. De functie vereist
een spanningssignaal en een relaisuitgang. In de regelaar kunnen
in- en uitschakelwaarden en alarmen worden ingesteld.
Ga naar hoofdstuk 5 voor meer informatie over bov-
enstaande functies.
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave